362
17 december 1965
glng thans geen zin meer heeft. Spreker zou liever onderschrijven hetgeen
de heer Van der Hulst heeft gezegd. Spreker heeft al meermalen gezegd
dat het bouwen van woningen een vak apart is. Iedere aannemer is lang
geen woningbouwer. Als de raad nu al, door het kiezen van een bepaalde
aannemer, aan systeembouw wordt gebonden, dan wordt het spreker ang-
stig te moede. Spreker is nog altijd geporteerd voor de normale bouw. Hij
weet wel dat in systeembouw min of meer iets van normale bouw kan zijn
verwerkt, maar hij zou toch wel willen dat de commissie voor openbare
werken tevoren de plannen onder ogen krijgt.
Wethouder Van Wijk zegt dat de heer Willemse heeft gevraagd of het
niet gewenst is met meer dan één aannemer contact op te nemen. Spreker
dacht dat de raad het er wel over eens was dat dat niet kan. In het alge-
meen is dit wel de gewenste weg, maar er kunnen zich situaties voor-
doen en spreker meent dat deze zich hier meer of min voordoen dat
dit weer minder duidelijk ligt en spreker gelooft dat dit met betrekking
tot deze 230 woningen eigenlijk niet kan. Maar men moet toch ook beden-
ken dat de gemeente daarmee lang niet is gebonden aan één aannemer,
want de architect houdt natuurlijk toezicht en controleert alles. Spreker
heeft hier het woord systeembouw gehoord, maar, althans in de kwade
zin van het woord, kan men dat idee wel loslaten. Hier is veeleer sprake
van een efficiënte wijze van bouwen. Het is een volkomen erkend systeem
en dat zit wel goed.
Bij de eerstkomende plannen heeft de haast ook wel een rol gespeeld.
Aan veel dingen moest tegelijk begonnen worden, zoals aan de grondaan-
kopen, aan de bestemmingsplannen, aan de bouwplannen, alles om te voor-
komen dat er geen achterstand ontstaat. Tegen het gevraagde vooroverleg
met de commissie voor openbare werken tot op zekere hoogte zonder
aan het eigen beleid van het college tekort te doen heeft spreker nooit
bezwaar gehad. Spreker zal er nooit bezwaar tegen hebben om in overleg
met elkaar deze dingen op te bouwen, omdat wij allen maar één ding na-
streven nl. de best mogelijke bouw, op de snelste wijze, en het meest pas-
send voor de gemeente Heemstede. Spreker wil daar geen principekwestie
van maken en de bevoegdheden teveel afbakenen. Met elkaar moet ge-
zocht worden hoe het hier het beste gaat. Op een gegeven ogenblik moet
er wel doorgezet worden en een plan worden gemaakt. Het zou jammer
zijn als het dan niet zou worden aanvaard. Burgemeester en wethouders
zullen zoveel mogelijk overleggen, aanvankelijk met de commissie voor
openbare werken en voor zover nodig ook met de raad. Ditmaal is de boel
wat in de knel geraakt, spreker geeft dat volledig toe. Wij praten hier
helemaal niet over een schuldvraag, het lag nu eenmaal zo, want er moest
gelijk opgewerkt worden met de bouwplannen en de bestemmingsplannen.
De heer Willemse zegt dat het niet bekend was dat, wat dit plan betreft,
er al voortgang in een bepaalde richting was gemaakt. Het doet spreker
genoegen dat de wethouder dus in principe tot overleg bereid is. De wet-
houder heeft nog even aangevoerd dat de architect toezicht houdt. Spre-
ker dacht dat dit bij elke bouw het geval was. Volgens de wethouder zou
men dus nooit meer dan één aannemer behoeven uit te nodigen.
De heer Van der Huist merkt op dat de wethouder op sprekers vraag
dus heeft geantwoord dat het bouwplan tijdig aan de commissie zal worden
voorgelegd. Spreker heeft al gezegd dat hij beslist niet op de plaats van
het college wil gaan zitten om tevoren alles te weten en mee te bouwen,
maar hij wil toch wel mee oordelen. Spreker zou willen weten welk be-
zwaar ertegen is om, nu op een ander soort bouw wordt overgegaan, de
raad tijdig te informeren. Dat kan nl. op een heel andere manier want dit
soort woningen staat binnen een straal van 20 km. Als burgemeester en
wethouders de raad informeren waar die woningen te zien zijn, dan zijn