17 december 1965 369 gen ook gevraagd te hebben wanneer nu de haaientanden weer worden aangebracht op de zijwegen van de Binnenweg. Het antwoord luidde toen dat dit werk door het slechte weer uitgesteld is moeten worden, maar dat het zeer binnenkort zou gebeuren. Inmiddels is er al weer een maand ver- streken. De voorzitter: „Het is een maand slecht weer geweest." Mevrouw Vriesendorp: „Ik dacht dat wij toch wel even zulk weer gehad hebben dat dit had kunnen gebeuren." De heer Scheer vindt het antwoord op het eerste deel van deze vraag wel zeer summier. Spreker heeft nu gezien dat onder hoofdstuk III volgno. 154 eigenlijk alleen maar rekening is gehouden met de huidige toestand op het gebied van verkeersmaatregelen. In de vraag wordt echter ook ge- sproken over „en de aanschaffing van nieuw materiaal" in verband met de uitbreiding van het verkeer. Als spreker de ontstellende toeneming van het verkeer in de laatste jaren nagaat, dan vraagt hij zich af of dit jaar geen parkeermeters zullen moeten worden geplaatst. Dit zal een grote uitgave vergen. Het lijkt spreker het beste dat, waar deze uitgave tevoren kan worden bekeken, deze in de gewone begroting op te nemen en niet later in een suppletoire begroting. Dit wat de parkeermeters betreft, maar er zullen toch ook andere verkeersmaatregelen getroffen moeten worden, die beduidende kosten met zich zullen brengen. De voorzitter antwoordt dat alle noodzakelijke verkeersmaatregeien, ook materieel, getroffen zullen worden. Als een post te laag blijkt te zijn kan altijd uit de post onvoorziene uitgaven aanvulling daarvan plaatsvinden. Burgemeester en wethouders kunnen nooit precies begroten wat er nodig zal zijn. Parkeermeters vallen niet onder dit volgno. Deze post is voor het aanbrengen van verkeersstrepen e.d. PUNT 71 Mevrouw Cohen wil met grote schroom toch iets over het antwoord op deze vraag zeggen. Nu zal men zeggen in een vergadering waarin gespro- ken wordt over bestemmingsplannen, huizen bouwen, verkeer, enz., komt U met plastic bloemetjes. Toch gelooft spreekster dat in deze vraag een paar aspecten zitten die van groter belang zijn. Zij wil ook daarom over deze vraag spreken omdat haar voorstel in de plantsoenencommissie met veel bijval is begroet. De wethouder heeft toen de mogelijkheid geopperd van het opnemen van een verbodsbepaling voor het plaatsen van deze plastic bloemen in de huurovereenkomst. Nu blijkt dat burgemeester en wethouders er tegen zijn, op grond van het feit dat de nabestaanden zo- veel mogelijk vrijheid behoort te worden gelaten in het aanbrengen van versieringen op de graven. De nabestaanden zijn echter toch al niet geheel vrij, want ook met betrekking tot het plaatsen van grafstenen bestaan richtlijnen waaraan zij zich volgens de verordening op de algemene begraaf- plaats moeten houden. De tweede kwestie ligt misschien veel persoonijker. maar spreekster gelooft dat hier een element inzit dat de voorzitter ook wel aanspreekt. Hij heeft het nl. gehad over de stijl die in deze tijd ver- loren dreigt te gaan. Spreekster gelooft dat het toch ook enigszins gaat om verslapping en gemakzucht. Persoonlijk ziet zij het zo dat op een kerk- hof een ieder wordt geconfronteerd met het mysterie van geboorte, groei en sterven. Wanneer men daar bloemen legt dan is dat daarmee geheel in harmonie, want ook de bloem volgt deze gang van knop, bloei en weer sterven. Die horen op een kerkhof en voor spreeksters gevoel zijn plastic bloemen absoiuut tcgen het wezen van de begraafplaats in. Op die gronden zou spreekster burgemeester en wethouders willen vragen deze kwestie nog eens te bekijken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 55