17 december 1965
373
informatie veel onrust heeft gewekt bij de hoofden van schoien en bij de
oudercommissies. Want pas na ampele besprekingen in de onderwijscom-
missie bleek dat er geen oordeel mogelijk was zonder over nadere gegevens
te beschikken. Deze cijfers zijn nu verschaft in de memorie van antwoord.
Uit dit antwoord biijken enige belangrijke feiten. Ten eerste, dat er geen
sprake is van ontslag van onderwijzers. In de tweede piaats blijkt dat bij
aanstellen van een boventallige leerkracht bij het openbaar onderwijs de
kosten voor de gemeente zouden stijgen van ongeveer 101.000,in 1964
en van 88.000,in 1965 tot 120.000,in 1966. Ten derde blijkt hieruit
de enorme verbetering van het gemiddeld aantal leerlingen per onderwijzer
sinds 1957, toen het instituut van de boventallige onderwijzers werd inge-
steld. In grote lijnen is dit dus een duidelijk antwoord. Toch blijven er nog
enkele vragen. In de eerste alinea van het antwoord wordt gesteld dat
door de verlaging van de leerlingenschaal per 1 september 1965 alie boven-
tallige onderwijzers bij het openbaar iager onderwijs automatisch zijn
gaan behoren tot het door het Rijk vergoede aantal. Dat kiopt toch zeker
niet wat betreft de Crayenesterschool, waar door de speciale aanvraag op
grond van artikel 56 van de Lager-onderwijswet voorkomen is dat er een
zesde klas zou komen van 48 leerlingen. In de tweede alinea wordt over
de derde fase in de verlaging der ieerlingenschaal gesproken. Is het niet
zo, dat wanneer de derde fase intreedt, de boventallige ieerkrachten die nu
eventueel aangesteld zouden worden, ook automatisch door het Rijk wor-
den vergoed? Indien inderdaad de besturen van de bijzondere scholen ook
op grond van artikel 56 extra door het Rijk vergoede ieerkrachten zouden
krijgen, zou de gemeente veei minder dan 9 boventallige leerkrachten moe-
ten vergoeden en dan zou het bedrag van 120.000,veel minder worden.
Verder blijkt hier wel uit dat, als de derde fase intreedt, er dan toch wei
rekening moet worden gehouden met een tekort aan iokalen. Dit was een
van de argumenten die de wethouder gebruikte tegen het aanstellen van
boventaliige leerkrachten. Toch zal dat ook ongetwijfeld het geval zijn als
de derde fase komt en daarom zou spreekster het college op het hart wil-
len drukken om tijdig tevoren die maatregelen te nemen die daarvoor
nodig zijn. Het standpunt van haar fractie wil zij pas bepalen na het ant-
woord op deze vragen. Spreekster wil nu al wel vaststellen dat, ook als
haar fractie deze keer meegaat met het college, zij zich in ieder geval
voorbehoudt om het volgend jaar opnieuw te bezien of het dan niet toch
nog nodig zal zijn om boventallige leerkrachten aan te trekken.
Mevrouw Gaasterland zegt dat toen dit onderwerp in de commissie voor
het onderwijs aan de orde was, zij daar aanvankelijk zeer sceptisch tegen-
over stond. De commissieleden konden hun standpunt niet bepalen omdat
niet alle gegevens verstrekt waren. Die zijn inmiddels door de wethouder
en de betreffende ambtenaar gegeven. Uit die gegevens is gebleken dat
het leerlingenaantal de tendens vertoont steeds naar beneden te gaan, maar
ook dat er gebrek is aan schoollokalen. Het is dus wel aannemelijk voor
haar fractie dat het grote bedrag dat hier zou moeten worden gevoteerd
niet efficiënt besteed zou kunnen worden. Na de cijfers die spreekster nu
nog gehoord heeft en die blijkbaar komen uit een nadere berichtgeving
die haar niet is geworden, zal zij zich nog gaarne beraden over een even-
tuele wijziging van de houding van haar fractie. Zij zal nog even het ant-
woord van de wethouder afwachten.
Wethouder Corver zegt dat, zoals van enkele zijden is opgemerkt, er bij
dit punt van de begroting grote consternatie is ontstaan en is er zelfs, zo-
als mevrouw Cohen heeft gezegd, afschuw gewekt door de bezuinigingen
die het college zou willen invoeren. Spreker wil in het midden laten hoe die
consternatie precies ontstaan is en die afschuw gewekt is. Goed beschouwd
is er eigenlijk van bezuiniging helemaal geen sprake. Het is nl. helemaal
niet zo dat burgemeester en wethouders op het ogenblik leerkrachten zul-