17 december 1965
381
De heer Enschedé heeft daar bezwaar tegen. Hij heeft nl. van de zijde
van de wethouder niet gehoord wat er tegen zou zijn om het voorstel van
de heer Verkouw te aanvaarden.
De voorzitter: „Er bestaat nu gelegenheid de tarieven aan het landelijk
niveau aan te passen en dat kan misschien het volgend jaar niet meer.
De heer Enschedé heeft er bezwaar tegen dat de voorzitter zegt dat dit
het volgend jaar niet meer kan.
De voorzitter: „Wij moeten streven naar het bereiken van de richtlijnen
die de VEEN ons adviseert."
Wethouder Bekker meent dat hij antwoord had moeten geven op de
vraag van de heer Verkouw. Spreker meent dat hij voldoende naar voren
heeft gebracht dat burgemeester en wethouders de andere voorsteilen
liever niet zien. Een jaar uitstel lijkt spreker niet gewenst omdat er nu nog
een x bedrag over is, dat tariefsverlaging toestaat. Burgemeester en wet-
houders nemen aan dat het volgend jaar -j- en dat is toch ook de wens van
de raad de winsten van de Bedrijven niet zo moeten zijn, dat zij maar
kunnen doen wat zij willen.
De heer Brandsma: „En dan moet U het volgend jaar de tarieven weer
herzien en verhogen."
De voorzitter: „Maar dan hebben wij de tarieven al rechtgetrokken."
De heer Brandsma: „Dat kan U dan tegelijk doen."
Wethouder Bekker antwoordt dat als de tarieven het volgend jaar weer
moeten worden verhoogd, ze al aangepast zijn aan de landelijke tarieven
en dan gaan wij gewoon mee. Nu hebben wij de middelen om de tarieven
te verlagen zonder dat het extra geld kost. Daar heeft de raad trouwens
om gevraagd.
De heer Brandsma wijst erop dat er nu uit de raad een voorstel komt
om, gezien de cijfers die burgemeester en wethouders hebben overgelegd,
en het risico dat burgemeester en wethouders zelf ook onderschrijven, dat
het in het komende jaar nog wel eens tegen kan vallen met de uitkomsten
van de Bedrijven, het een jaar aan te zien. Anders wordt er niet voorge-
steld. Spreker vindt dat de raad zich erover moet uitspreken of het nu wel
verstandig is om met deze onzekerheden die er zijn, het voorstel van bur-
gemeester en wethouders toch aan te nemen. En dan kan men redetwisten
hoe het het volgend jaar zal zijn, maar dat moet rustig worden afgewacht.
Spreker vindt het een psychologische fout, dat burgemeester en wethou-
ders voorstellen tot verlaging van de tarieven over te gaan terwijl dan één
bepaalde groep een verhoging van de tarieven krijgt van notabene tot
80 Spreker vindt het psychologisch veel meer te verdedigen om het
volgend jaar een tariefsverhoging, als die noodzakelijk zou zijn, door te
voeren, waarbij dan een rechttrekking van het tariefsysteem kan plaats-
vinden, dan om nu te komen met een zogenaamde tariefsverlaging, nota-
bene voor de massa van f 3,per jaar of 6 cent in de week, en dan de
kleine verbruikers te belasten met een verdubbeling van de tarieven.
Wethouder Bekker zegt dat de heer Brandsma spreekt over een ver-
laging van 6 ct. per week en anderzijds over een verhoging van 80 Dat
is niet juist. Die verhoging kan ook 6 ct. in de week bedragen.
De voorzitter merkt op dat men dit ongelooflijk kan aandikken en daar-
over grote woorden kan gebruiken. Het lijkt spreker het beste nu het
voorstel van de heer Verkouw e.a. in stemming te brengen. Spreker zegt
dat dit voorstel door het college wordt ontraden.