390 17 december 1965
De voorzitter gelooft dat het park Groenendaal voldoende bekend is en
dat het zwembad wel bekend zal worden. Blijft dan alleen misschien het
Cruquiusmuseum over.
De heer Verkouw: ,,Ik wil er helemaal niet over discussiëren, maar ik
heb het genoemd."
PUNT 90
De heer Verkouw is zeer erkentelijk voor het royale gebaar van het col-
lege ten aanzien van de v.erhoging van het subsidie voor de Bond voor
Vreemdelingenverkeer voor Zuid-Kennemerland.
PUNT 95
De heer Frets vindt dat de gewenstheid van de uitbreiding van het raad-
huis wel evident geworden is en algemeen wordt ingezien. Aan de andere
kant zijn de bezwaren van de financiering toch ook wel breed verbreid.
Spreker vraagt zich af of tussen dit zwart en wit misschien nog een andere
weg mogelijk is. Spreker vindt het een machtig mooi ontwerp, rustig en
waardig, en hij gelooft niet dat hier tot een gedeeltelijke uitvoering kan
worden overgegaan zonder het plan in hoge mate te schaden. Als spreker
zich goed herinnert bedraagt de post installaties voor dit project 6 ton.
Spreker kent dit ontwerp te weinig omdat hij dat indertijd niet heeft mee-
geleefd, maar zo er liften of een airconditioning aanwezig zouden zijn, zou
het dan niet, nu wij zo met het geld moeten kienen, eens te bezien zijn of
hierop een bezuiniging, een inbrengen van de geest van deze tijd, mogelijk
is. Spreker verzoekt te bezien of hier nog mogelijkheden aanwezig zijn.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat dit op de mogelijkheden bezien kan
worden, maar hij gelooft niet dat datgene wat de heer Frets noemt, hier
allemaal aanwezig is. Sommige dingen kunnen op een gegeven ogenblik of
ze kunnen niet. Wij kunnen toch rustig zeggen dat wij leven in een tijd
van welvaart. Spreker zou niet weten waarom dit plan op het moment niet
kan worden uitgevoerd. De heer Frets zegt dat met het geld gekiend moet
worden, dat is zo, maar in elke tijd zal wel uitgezien moeten worden naar
een juiste besteding van het geld. Het wil spreker echter voorkomen dat
juist in tijden als deze dergelijke gebouwen tot stand moeten komen. Of
met betrekking tot de inrichting, die spreker helemaal niet voor ogen staat,
bezuinigd zou kunnen worden weet spreker niet. Dit kan t.z.t. opnieuw be-
zien worden. Spreker wil gaarne met het college bekijken wat daar nog
aan gedaan zou kunnen worden. De heer Frets heeft waarschijnlijk ook
geen bepaalde voorbeelden, hij veronderstelt bepaalde zaken. Als men een-
maal aan de verwezenlijking van het plan toe komt zal men de inrichting
natuurlijk nogeens bekljken.
PUNT 99
De heer Van der Hulst heeft dus gelezen dat het onmogelijk is om voor
het gehele werk een contract met één aanhemer af te sluiten. Spreker
vraagt of er misschien een mogelijkheid bestaat om in het contract van
aanneming een clausule op te nemen dat, ondanks dat de vereiste goed-
keuring van hoger bestuur op de ieder jaar ter beschikking te stellen kre-
dieten niet kan worden gegarandeerd, de aanbesteding van dat gehele
werk toch geacht wordt ineens te zijn geschied.
Wethouder Van Wijk weet niet precies welke clausule de heer Van der
Hulst op het oog heeft, wat hij nu precies opgenomen wil zien. Men kan in
een contract allerlei clausules opnemen, maar spreker kan hem niet hele-
maal volgen. Dit werk zal toch altijd in gedeelten moeten worden aanbe-