17 december 1965 391 steed. Er zal geen aannemer te vinden zijn die een contract wil aangaan, dat zoveel jaren moet lopen. De heer Van der Hulst zegt dat de moeilijkheid hierin bestaat dat wij niet kunnen garanderen dat voor de rioleringswerken 10 jaar lang een miljoen wordt uitgetrokkeh. Wethouder Van Wijk gelooft niet dat er een aannemer te vinden zal zijn die zich binden wil aan een prijs voor een werk dat misschien 10 jaar zal duren. Er bestaat ook geen zekerheid omtrent de omvang van de riole- ringswerkzaamheden. Er zijn misschien wijken waarvan de riolering beter blijkt te zijn dan wij denken. Spreker gelooft dat dit werk systematisch opgebouwd moet worden, opdat er niet teveel wordt gedaan. Het kan best zijn dat het ergens meevalt, maar ook dat het ergens tegenvalt. Spreker dacht dat het de beste weg was dit werk van jaar tot jaar te bezien en uit te voeren. Er kan in een contract voor het gehele werk voordeel zitten, maar als de prijzen naar beneden gaan zitten wij met een enorm contract met hoge prijzen. Spreker ziet geen andere mogelijkheid dan éénjarige contracten. De heer Van der Hulst merkt op dat in de vraag staat aangegeven dat men bij afsluiting van een contract met één aannemer voor het gehele werk tot eenheidsprijzen voor de verschillende onderdelen van het werk kan komen en deze prijzen bij loon- en prijsstijgingen kan corrigeren. Wat de wethouder voor ogen staat is een onmogelijk contract. Wethouder Van Wijk vraagt welk voordeel het idee van de heer Van der Hulst inhoudt. Bij een jaarlijks contract komen de loon- en prijsstijgingen ook tot uiting. De heer Van der Hulst zegt dat als een bedrijf inschrijft voor eenwerk dat een jaar zal duren en waarvoor speciale machines, mallen, bekistingen, enz. moeten worden aangeschaft, dat bedrijf dan dat speciale materiaal in é.én jaar zal afschrijven, maar als dat bedrijf gegarandeerd acht jaar lang een gelijksoortig werk kan doen, dan zal het materiaal over acht jaar wor- den afgeschreven en dit zal de inschrijfsom gunstig beinvloeden. Wethouder Van Wijk geeft dat toe. Dat is één van de redenen waarom spreker misschien geneigd zou zijn een langjarig contract te sluiten, maar daar staat zoveel onzekerheid naast en tegenover dat hij nochtans meent dat de aannemer daarvoor teveel ruimte gaat nemen. De heer Brandsma kan zich indenken dat het moeilijk is om voor een dergelijk project een tienjarig contract aan te gaan. Als de wethouder zegt dat het werk bij gedeelten wordt uitgevoerd, dan hoopt spreker wel dat hij bedoelt continu uitgevoerd, voor zover dat mogelijk is natuurlijk, want dan kan voor een belangrijk deel aan de bezwaren van de heer Van der Hulst tegemoet worden gekomen. Als inderdaad de zekerheid bestaat dat er con- tinuiteit in de uitvoering van het project zal zijn, waarbij de grootte enz. dan per jaar wel kan wisselen, dat hangt ook van de omstandigheden af, dan kunnen de afschrijvingskosten op materiaal enz. voor een belangrijk deel worden gedrukt. Spreker meent dat op die wijze wel iets te verdienen valt. Wethouder Van Wijk is dat volkomen met de heer Brandsma eens. Spre- ker wil graag in onderhandeliingen, met welke aannemer ook, zien te bereiken dat de continuïteit in het werk wordt verdisconteerd in de prijs- vaststelling. De heer Brandsma: ,,U kunt optie geven." Wethouder Van Wijk is zeker bereid dit het college voor te stellen. Hij neemt aan dat het college ermede akkoord gaat om op deze wijze te zien

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 77