394
17 december 1965
ontwikkeling is, waarop Openbare Werken niet is ingesteld, dan zullen
burgemeester en wethouders daar aandacht aan schenken.
De heer Frets: „Ik wil Openbare Werken niet aanvallen."
Wethouder Van Wijk: „Dat weet ik wel. Wij proberen allebei het beste
voor het geld te krijgen."
De heer Frets wijst er nog op dat er in de toekomst geheel nieuwe wijken
zullen komen, die toch ook in het rioleringsplan verdisconteerd moeten
worden. Daarom wil spreker dat eerst een totaalplan ontworpen wordt. Als
Openbare Werken zelf dat totaalplan wil maken dan vindt spreker dat
best. De geweldige rioleringsverkzaamheden in Haarlem worden heus niet
zo maar gedaan door iemand die in de dagelijkse dienst zit.
De voorzitter: „Wij zullen lering trekken uit hetgeen de heren Frets en
Brandsma hebben gezegd."
De heer Frets zegt dat burgemeester en wethouders hebben toegezegd
dat het maken van parkeerhavens met grote snelheid zal worden voort-
gezet. Als dit werk in een hoog tempo de rioleringswerken voorbij gaat
lopen, dan moeten er toch ergens dubbele kosten worden gemaakt. Is dit
niet een aanleiding om de rioleringswerken zoveel mogelijk te versneilen,
ten einde te voorkomen dat straks de hele zaak weer moet worden opge-
broken
Wethouder Van Wijk: „Ik heb gisteren gezegd dat daar waar riolerings-
werkzaamheden plaatsvinden, dit moet gebeuren, maar ik heb ook gezegd
dat het hiertoe niet beperkt zal worden."
De heer Frets: „Die riolering moet overal vernieuwd worden."
Wethouder Van Wijk: „Praktisch overal. Maar ik geloof dat het maken
van parkeerhavens in sommige straten niet kan wachten totdat de riole-
ringswerkzaamheden zijn uitgevoerd."
De heer Frets: „Akkoord. Maar dit moet toch wel zoveel mogelijk be-
perkt worden."
Wethouder Van Wijk is het daarmee eens.
PUNT 104
De heer Wiliemse zegt dat burgemeester en wethouders in hun antwoord
schrijven: „Uit een oogpunt van verkeersveiligheid verdient de aanleg van
een rijwielpad de voorkeur boven de geslotenverklaring in één richting."
Spreker gelooft dat ook overwogen moet worden of het verbreden van de
Leidsevaartweg niet te prefereren valt boven het maken van een rijwiel-
pad. Bij de aanleg van een rijwielpad is slechts een deel van de wegge-
bruikers, nl. de wielrijders en de bromfietsers, gebaat. Men kan alleen een
rijwielpad aan de westzijde van de Leidsevaartweg leggen, zodat het in
beide richtingen moet worden bereden, hetgeen moeilijkheden geeft. Daar-
naast is de toeneming van het autoverkeer dusdanig groot dat deze smalle
weg eigenlijk in toenemende mate een gevaar voor het verkeer gaat op-
leveren. Spreker vraagt het college te overwegen of een verbreding annex
een betere verlichting van de Leidsevaartweg niet de voorkeur moet ver-
dienen boven het aanleggen van een rijwielpad.
Mevrouw Cohen zegt dat deze kwestie ampel en zeer plezierig in de
verkeerscommissie is besproken. Spreekster gelooft dat alle leden van de
verkeerscommissie de overtuiging hebben dat het plan tot het aanleggen
van een rijwielpad niet het juiste plan is. Zoals de heer Willemse zegt, zul-
len er op dit rijwielpad fietsen en bromfietsen uit twee richtingen moeten