322 17 december 1965 sprekers gevoelen nu zo weinig zin om een nota op te stellen met betrek- king- tot dit alles, omdat de plannen nog te ver af liggen of het zou moeten zijn dat de heer Kooijmans bedoelt dat het nu al zover is dat al reeds voorlopige maatregelen moeten worden genomen door bijgebouwen te zet- ten, ai dan niet gehuurd of zelf te bouwen. Spreker dacht dat dat nog niet het geval was. Hij wil echter wel eens bezien en met het college bespreken, en ook natuurlijk in de eerste plaats met de directeuren, of het nu zö is dat de toestand bij Openbare Werken en de Bedrijven niet langer bestendigd kan blijven. Dit in een nota uiteen te zetten acht hij nogal prematuur. De heer Brandsma wil graag erkennen dat de wethouder heel gezellig redeneert, en af en toe ook wel praktisch, maar hij heeft er toch wel be- zwaar tegen dat hij zich nu laat ontvallen dat als Openbare Werken nu eens erg klaagt, burgemeester en wethouders die zaak wel eens willen bekijken. Spreker dacht dat hier door de raad een zaak is aangesneden en als het college naar aanleiding van dit debat tot de eonclusie komt dat er toch eigenlijk wel iets gebeuren moet het minste is toch wel eens te gaan kijken en te onderzoeken of er maatregelen moefen worden getroffen dan moet het college dat zonder meer als een wens van de raad tot uitvoering brengen en moet het niet wachten tot de directeur van Open- bare Werken nog weer eens komt klagen. Dat vond spreker een klein beetje onjuist in de redenering van de wethouder. Hij zou dus graag willen dat de wethouder in dit geval wat aktiever was en zich zelf met Openbare Werken in verbinding stelt om die zaak eens te bekijken. Dat er geklaagd wordt weten wij wel. De mensen dat heeft de wethouder zelf gezegd zitten daar eigenlijk in een onmogelijke positie bij het doen van hun werk- zaamheden. Spreker heeft deze klacht van de directeur zelf en als deze dat beweert mag men ook wel aannemen dat het zo is. De heer Frets zou de suggestie van de heer Kooijmans toch wel graag willen steunen, want de zaak ligt op het ogenblik zo in het vlak van het sentiment. Spreker zou haar op zakelijke basis terug willen brengen. Laat nu eens aangetoond worden hoeveel ambtenaren er werken en wat de directeur wenselijk acht. Dan wordt tenminste een idee verkregen van het verschil tussen het aanwezige en het gewenste. Misschien is dat helemaal niet op te vangen door een aanbouw of door een barak of wat dan ook en dan zal men vanzelf in de richting van een nieuwbouw komen. Spreker is daar in principe niet tegen, alleen wordt daardoor het bouwprogramma van de gemeente weer verder belast. Wethouder Van Wijk antwoordt dat het college van de noodzaak van een nieuw gebouw wel overtuigd is. Het ging naar spreker meende alleen even om de vraag of er, voordat het nieuwe gebouw komt, reeds zodanige maat- regelen moeten worden genomen dat hier direct uitkomst wordt gebracht. Het is spreker uit persoonlijk onderzoek bekend dat men op Openbare Werken te dicht op elkaar zit, dat er teveel mensen in een gebouw moeten werken, waaronder wellicht ook het werk lijdt. Het was voor spreker alleen nog even de vraag wanneer dat nieuwe gebouw er kan komen en of dit, zonder tijdelijke maatregelen te nemen, kan worden afgewacht. Spreker wil gaarne beloven dat hij dit met het college en de directeur onder ogen zal zien en als men zegt dat het werkelijk niet langer kan, dan die maatregelen te nemen die genomen moeten worden. Wat dit met sentiment te maken heeft ziet spreker niet in. Het kan hoogstens een verschil van mening zijn over het tijdstip waarop hier iets moet gebeuren. Het is wel een kwestie van gevoelen, maar dat is iets anders dan sentiment. De heer Frets heeft wel een aanleiding om dit te zeggen en die aan- leiding is eigenlijk het politiebureau, bij de voorbereiding waarvan spreker, nog geen raadslid zijnde, dus niets te maken heeft gehad. Het politiebureau geeft hem n.I. de indruk dat het bestemd is voor een gemeente van 100.000 zielen, terwijl men zich toch had moeten realiseren dat de grens van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 8