17 december 1965
323
inwonertal van Heemstede 35.000 is. Spreker vindt het bureau wel een
beetje fors. Spreker is zo bang dat dit nu met het gebouw voor Openbare
Werken precies eender zal gaan. Burgemeester en wethouders geven een
opdracht aan een architect, die praat dan met de belanghebbenden en dan
groeit zo'n gebouw wel eens verder uit dan de raad eigenlijk gewild zou
hebben. Daarom steunt spreker de vraag van de heer Kooijmans, opdat ook
vanuit de raad wordt bekeken welke reële behoefte er is.
De heer Verkouw zegt dat het toch de bedoeling is om vandaag door de
begroting heen te komen, maar dat het op deze wijze niet zal lukken, want
spreker heeft de indruk dat men bezig is Iangs elkaar heen te praten. De
zaak is z.i. heel eenvoudig. De wethouder heeft gezegd dat het college ervan
overtuigd is dat er voor de beide diensten een nieuw gebouw moet komen.
Verschillende leden zijn daarvan nog niet overtuigd. Daarom vragen zij
of het college zo goed wil zijn een nota aan de raad over te leggen, waaruit
blijkt dat Openbare Werken gebrek aan ruimte heeft, dat de Bedrijven
in oude gebouwen zitten, enz., zodat de raad de overtuiging krijgt dat er
in elk geval een nieuw gebouw moet komen. Dat is de enige vraag en daar
kan een simpel antwoord van de zijde van burgemeester en wethouders op
volgen.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat uiteraard voordat burgemeester en
wethouders verder iets zullen doen, aan de raad duidelijk zal worden voor-
gelegd waarom er iets moet gebeuren. Spreker heeft niet het minste be-
zwaar om alle gegevens te verschaffen.
De voorzitter voelt zich gedrongen even in te gaan op wat de heer Prets
gezegd heeft met betrekking tot het politiebureau. De heer Frets poneert
dat het zijn indruk is dat het politiebureau de grootte heeft voor een plaats
van minstens 100.000 inwoners. Gezien de autoriteit waarmee de heer Prets
spreekt zou dit tot zeer ongewenste gevolgtrekkingen aanleiding kunnen
geven. De heer Prets weet zelf heel goed, al heeft hij aan de voorbereiding
van de bouw van het politiebureau niet meegewerkt, dat de plannen in
Den Haag zijn gecontroleerd en dat in Den Haag heus geen kleine jongens
zitten. Er is bij de prognose gerekend op ongeveer 38.000 inwoners en een
korps van 60 manschappen. Spreker betreurt het zeer dat de heer Prets
dit met zoveel aplomb in een openbare vergadering heeft gezegd. Hij heeft
het bureeu misschien van binnen nog niet eens gezien, zodat hij zijn be-
wering niet kan staven.
De heer Frets zegt dat als dit standje terecht was, hij het hoofd zou
buigen, maar hij doet het niet. Spreker bouwt n.l. in de provincies Noord-
Holland en Utrecht tientallen politiebureaux en hij kan de voorzitter ver-
zekeren dat die veel kleiner van opzet zijn dan het Heemsteedse bureau.
PUNT 7.
De heer Zegwaart zegt dat burgemeester en wethouders op deze vraag
hebben geantwoord dat het personeelsbestand naar hun mening niet groot
genoeg is om een promotiecommissie in te stellen. Spreker gelooft niet dat
de grootte van het personeelsbestand alleen bepalend is voor de vraag of
een promotiecommissie goed werk zou kunnen doen. In de commissie voor
het georganiseerd overleg is dezelfde vraag gesteld. Dat gebeurt niet zo-
maar, maar dat gebeurt omdat de bestuurders van de organisaties, die
daarin de ambtenaren vertegenwoordigen, in gesprekken met de ambte-
naren toch ook wel tot een bepaalde conclusie zijn gekomen. Er gebeuren
toch wel wat vreemde dingen, die voor het personeel echt niet verklaarbaar
zijn. Spreker zal in het algemeen een paar voorbeelden noemen. Er is een
ambtenaar die door zijn directie als zeer bekwaam wordt aangemerkt,
maar geen promotie kan maken omdat hij geen papieren heeft. Werkgevers
in Heemstede, waar hij wel eens werk moet uitvoeren, zouden deze man
graag wilien overnemen. Zij doen het niet omdat zij met de gemeente goede
