21a
4e afd.
27 januari 1966
GARANTIE GELDLENING STICHTING NEDERLANDSE
CENTRALE VOOR HÜISVESTING VAN BEJAARDEN.
De Raad der gemeente Heemstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari j.l.;
BESLUIT:
I. onder afstanddoening; van alle voorrechten en exceptiën, door de wet
aan borg'en toegekend, te waarborgen de tijdige betaling van rente en
aflossing terzake van de door de Stichting Nederlandse Centrale voor
Huisvesting van Bejaarden, gevestigd te Amsterdam, voor de bouw
en inrichting van een bejaardentehuis c.a. (inclusief 15 bejaardenwo-
ningen) op een terrein ten noorden van de Bernard Zweerslaan te
sluiten geldlening(en) tot een totaalbedrag van /5.550.000,weike
de geldgever(s) geen rendement mag (mogen) geven dat meer dan
een achtste procent hoger is dan het rendement van geldleningen welke
tegelijkertijd worden aangeboden door de instellingen, genoemd in
artikel 2 van de beschikking van de ministers van Financiën, Binnen-
landse Zaken en Verkeer en Waterstaat d.d. 1 december 1965, nr.
A5/14852, houdende toepassing van artikel 5, eerste lid, van de Wet
kapitaaluitgaven publiekrechtelijke lichamen, zulks onder de volgende
voorwaarden en bepalingen:
1. geen vervreemding of bezwaring van c'e onroerende bezittingen
van de Stichting zal plaats hebben dan met schriftelijke goedkeu-
ring van burgemeester en wethouders.
2. de Stichting zal geen kapitaalsverplichtingen op zich nemen, dan
met schriftelijke goedkeuring van burgemeester en wethouders.
3. besluiten van de Stichting tot:
a. wijziging van de statuten;
b. ontbinding van de Stichting;
c. het voeren van rechtsgedingen, het aangaan van dadingen or
het onderwerpen van geschillen aan scheidslieden
mogen niet genomen worden dan met schriftelijke goedkeuring van
burgemeester en wethouders.
4. de Stichting zal alle maatregelen nemen, welke voor de verkrijging
van steun uit 's Rijks kas nodig zijn, zulks ter beoordeling van
burgcmeester en wethouders.
5. De Stichting verplicht zich op eerste aanzegging van burgemeester
en wethouders aan de gemeente het recht van eerste hypotheek te
verlenen zulks onder de gebruikelijke bedingen, waaronder die
bedoeld in artikel 1223, lid 2, artikel 1230, lid 1 en artikel 1254,
lid 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 297 van het Wetboek
van koophandel op de onroerende bezittingen van de Stichting.
6. vôör 1 december van elk kalenderjaar, voor het eerst vöör 1 decem-
ber van het jaar, voorafgaande aan dat waarin naar verwachting
met de exploitatie van het tehuis een aanvang kan worden gemaakt
en alsdan voor de periode lopende van de aanvang dezer exploitatie
tot aan het einde van het desbetreffende kalenderjaar zal de Stich-
ting aan burgemeester en wethouders ter schriftelijke goedkeuring
zenden een begroting van baten en lasten en van kapitaalsinkom-
sten en -uitgaven, met uitvoerige memorie van toelichting, voor
het volgend kalenderjaar. Indien burgemeester en wethouders be-
zwaren tegen de ingezonden begroting hebben, zal de Stichting
haar dienovereenkomstig wijzigen of gebruik maken van de onder