14
27 januari 1966
geesten op het raadhuis, maar hier zijn mensen uit de praktijk, die regel-
matig met dit soort werk te maken hebben, in gemengd.
Mevrouw Vriesendorp heeft gevraagd of er boringen zijn verricht, zodat
men zekerheid heeft dat er zand aanwezig is. Die boringen zijn inderdaad
verricht, waarbij het reeds sterke vermoeden bevestigd werd. Er ioopt
natuuriijk hier of daar wel een ader klei of andere grond, die mogelijk
moeilijkheden zal opleveren bij het opspuiten, maar zoals daar de grond
bevonden is, is ze geschikt voor het aangegeven doel. Er is al een zandput
vlak ten noordwesten van deze te creëren plas en daar is het ook allemaal
goed gegaan. Dat zand is door de N.V. Broekhoven naar Schaikwijk ge-
spoten en dat is ook zonder stoornis verlopen, zodat, mede op grond daar-
van mag worden aangenomen dat nu met het spuiten ook geen moeilijk-
heden ondervonden zullen worden.
In antwoord op de vraag van de heer Kooijmans zegt spreker dat
inderdaad voor 3,75 per m3 het zand ter plaatse wordt gebracht waar
het nodig is.
De heer Kooijmans zegt dat toen de wethouder aan het antwoorden was
en in zijn fantasie ging spreken over een 30 meter diepe plas en daarbij
nog naar voren bracht de putten die in de Haarlemmermeer gemaakt wor-
den, spreker een beetje ging twijfelen, want die putten in de Haarlem-
mermeer vertonen het grote bezwaar dat, wanneer men door de kleilaag
op het zand komt, er een kwel ontstaat van zout water. Onder de zandlaag
van het duin tot aan de Haarlemmermeer iigt n.l. een kleilaag tussen 10
en 20 meter beneden N.A.P. Die wordt in de Haarlemmermeer wat hoger
omdat daarop Iater zeeklei is afgezet toen hier de duinen al gevormd
waren. Wanneer men dus gaat graven, stuit men op die kleilaag en de
vraag is dus of deze klei te verwerken is. Er zijn plaatsen waar de kleilaag
dun is, maar ook zijn er plaatsen waar de kleilaag vrij goed ontwikkeld
is. Spreker vraagt daarom of de boringen hebben uitgewezen dat er op
een diepte van 20-25 meter inderdaad nog goed zand zit. Onder de kleilaag
vindt men weer een grovere zandlaag die gevormd is in de tijd van vöôr het
ontstaan van de duinen. Als men zover gaat bestaat bij een oppervlakte
van 7 Ha. water de mogelijkheid van het ontstaan van een kwel in de
Haarlemmermeer, want dan kan het water door deze grove zandlaag
heen opwellen in de Haarlemmermeer. Spreker wil toch wei goed weten
of inderdaad de mogelijkheid bestaat om zo diep te graven zonder dat
het genoemde bezwaar zich zal voordoen. Mocht dat niet het geval zijn,
dan zal zeker niet op een vergunning gerekend mogen worden.
De heer Scheer is enigszins teleurgesteid in het antwoord van de wet-
houder aan de heer Verkouw op diens vraag over de outillage van de
jachthaven. Dat heeft hij eigenlijk met een paar woorden afgedaan, maar
daar ligt juist voor spreker toch een zwaartepunt. Spreker is n.l. benaderd
door een oud-gezagvoerder bij de grote vaart en thans nog altijd een
watersportliefhebber, en deze, autoriteit durft spreker wel zeggen, heeft
hem toch wel even aan het denken gezet, want naar diens oordeei ligt deze
haven niet zo aantrekkelijk. De jachthaven kan echter door een goede
outillage aan aantrekkelijkheid winnen, zodat men uit verre omgeving de
haven van Heemstede ziet als de best uitgeruste haven om boten onder te
brengen. Spreker haalt dit aan om de wethouder iets meer over dit punt
te doen zeggen.
Wethouder Van Wijk zegt dat de heer Kooijmans een opmerking heeft
gemaakt met betrekking tot de diepte van de te maken jachthaven. Spre-
ker kan daarop antwoorden dat bij de boringen geen kleilaag is aange-
troffen, dat is ook niet het geval geweest bij de put die N.V. Broekhoven
heeft gegraven, zelfs niet op het diepste punt. Dus als deze kleilaag daar