26
27 januari 1966
met alle aankleve van dien, is z.i. op dat punt niet op haar plaats. Er zal
een voortdurend aan- en wegrijden van auto's zijn. Op de dagen dat er
wedstrijden zijn is er politietoezicht en dan kan het verkeer g-eregeld wor-
den, maar op de overige dagen van de week zal dat aan- en afrijden van
auto's op de Sportparklaan de veiligheid van het verkeer in gevaar brengen
en de rust van de omwonenden verstoren. Met die rust is het toch al zeer
twijfelachtig gesteld, want als er voetbalwedstrijden gespeeld worden is de
rust op de Sportparklaan helemaal weg. Nu zal men zeggen dat de omwo-
nenden zich daar vestigden toen er al lang en breed een sportpark was,
zodat zij dit inconveniënt op de koop toe hebben genomen, maar zij hebben
niet vermoed dat daar nog eens een volslagen reparatie-inrichting voor
auto's zou worden gevestigd. Wanneer burgemeester en wethouders, staan-
de deze vergadering, niet kunnen toezeggen dat daar een benzinestation
komt uitsluitend voor de verkoop van olie en benzine en eventueel kleine
reparaties, dan moet spreker tegen het voorstel stemmen.
De heer Willemse wii deze zaak nuchter en zakelijk bekijken. Hij vindt
het allemaal niet zo verschrikkelijk zoals het gelopen is. Natuurlijk ziet
hij die verschillende draden, R.C.H.Shellgemeente, ook wel lopen.
Natuurlijk hadden er andere maatstaven bij de onderhandelingen kunnen
worden aangelegd. Spreker denkt even dat de gemeente de dubbeie prijs
had kunnen vragen en dan de helft van die prijs had kunnen besteden aan
het verharden van het gehele parkeerterrein. Daarop aansluitende vraagt
spreker waarom dat meteen niet gedaan kan worden van de opbrengst van
de verkoop van die grond. Een suggestie misschien voor het coilege.
In andere gemeenten vraagt het betaalde voetbai een bijdrage aan de
gemeente. Natuurlijk zou ook hier die vorm mogelijk zijn geweest. Spreker
weet alleen niet of dat nu wel een veel betere oplossing is, want hij kan zich
voorstellen dat er evenveel bezwaren zijn aan te voeren tegen het subsi-
diëren van het betaalde voetbal uit de gemeentekas.
Door deze manipulatie is de gemeente misschien in éénmaal uit de narig-
heid als spreker het zo mag noemen die de gemeente in financieel
opzicht ai geruime tijd met R.C.H. heeft. Als deze transaktie niet doorgaat
blijft de gemeente gedurende een reeks van jaren moeilijkheden met R.C.H.
houden. Spreker ziet het bovendien als een gemeentebelang dat een grote
vereniging het sportpark blijft bespelen. Hij ziet geen enkele reden om
tegen het voorstel te stemmen.
Mevrouw Vriesendorp vindt het jammer dat hier gezegd wordt dat het
een kwalijke zaak is dat R.C.H. met de Shell is gaan marchanderen. Spreek-
ster gelooft dat R.C.H. het recht heeft om op die manier te proberen uit
haar schulden te komen.
Mevrouw Cohen is enigszins geschrokken van de woorden van de heer
Wiiiemse, die de zaak alleen nuchter en zakelijk wil bekijken. Spreekster
moet zeggen dat zij daar besiist niet toe in staat is, omdat het hier niet
alleen maar om nuchtere en zakelijke dingen gaat. Natuurlijk, het belang
van R.C.H. en de sportparken is een nuchtere en zakelijke zaak, maar
spreekster ziet hierin ook een heel ander beiangrijk facet en dat is de
zuiverheid van de verhoudingen, zij durft haast te zeggen de hoogheid van
de overheid. Als de overheid, die de achtergrond misschien liever niet had
geweten maar die toch wist, naar buiten maar even de indruk maakt dat
hier corruptie in het spel zou zijn, als spreekster even dit lelijke woord
mag gebruiken dan is dat een zaak die ver uitgaat boven het belang van
een voetbalvereniging en de sportparken. Spreekster is het met haar
fractievoorzitter eens dat langs openlijke en normale wegen R.C.H. ook
geholpen had kunnen worden. Spreekster protesteert tegen de zienswijze
dat het alleen daarom gaat. Het gaat om een veel groter belang.
Mevrouw Gaasterland zegt dat de uiteenzetting van de wethouder haar