27 januari 1966 31 Spreker blijît erbij dat in deze artikel 20 niet had moeten worden toege- past. De noodzaak hiervoor is niet aanwezig en spreker hoopt dan ook mocht de raad het voorstel van burgemeester en wethouders aannemen dat Gedeputeerde Staten het besluit van burgemeester en wethouders tot toepassing van artikel 20 van de Wederopbouwwet niet zuilen goedkeuren. Wethouder mevrouw Van der Meulen zegt dat het haar eigenlijk is gegaan zoals de heer Rutgers heeft verondersteld, n.l. dat zij zich bij het nemen van haar beslissing niet volkomen los heeft kunnen maken van het feit dat zij wist dat R.C.H. hiermee een gelegenheid kreeg om uit haar financiële moeilijkheden te geraken. Voor haar opende dit een deur, zoals de heer Wiiiemse al zei, waardoor eindelijk eens een gemakkeiijker finan- ciële situatie zou ontstaan tussen R.C.H. en de Stichting Heemsteedse Sportparken en zij heeft deze gang van zaken met een zekere vreugde gezien. De gemeente heeft een zeldzaam kostbaar bezit in haar sportpark. Alles wordt zeer goed onderhouden. Zelfs in Haarlem en andere gemeenten in de onmiddellijke nabijheid vindt men geen sportpark met een dergelijke uitstekende accomodatie. De afmetingen van de voetbalvelden en de accomodatie zijn zodanig dat die zijn berekend op het houden van wed- strijden met een groot publiek. Ingewijden, zoals spreekster, weten dat de financiëie moeilijkheden van R.C.H. zô groot waren dat de club zich waarschijnlijk niet staande zou kunnen houden. Dat zou niet alieen voor R.C.H. zeer te betreuren zijn geweest maar het zou ook een verlies aan recreatiemogelijkheid voor de zeer vele voetballiefhebbers hebben betekend. Een ander facet is dat het voor de gemeente een zeer groot nadeel zou betekenen als er geen bespeler van het sportpark zou zijn. Dat zou bete- kenen dat de opstallen gewoonweg zouden vergaan, want het zou geen zin meer hebben om deze te onderhouden. R.C.H. heeft, zeker in de Iaatste tijd, haar bestaansrecht bewezen. Spreekster geiooft dat de belangen van R.C.H. en de gemeente hier samenvallen. Spreekster meent dat de gevolgde procedure bij de toepassing van artikei 20 van de Wederopbouwwet juist is geweest. De opvatting dat ook mensen die op de Glipper Dreef wonen een kennisgeving hadden moeten krijgen, kan spreekster niet delen. Bovendien hadden degenen die wei een kennisgeving hebben ontvangen met de andere belanghebbenden in deze omgeving kunnen praten. Men is ongetwijfeld van de bestaande plannen op de hoogte geweest, hetzij door de krant, hetzij door een kennisgeving. Spreekster vindt dat bij dit parkeerterrein een gelegenheid moet zijn om benzine te kopen. Benzinepompen alleen piaatst men zelden meer. Het benzinestation van de Haven toont aan hoeveel gebouwtjes erbij komen. Zij acht een uitbreiding tot een servicestation wel verantwoord. De Stichting Heemsteedse Sportparken heeft het coiiege verzocht het parkeerterrein beter af te werken. Voigens deze plannen zouden hier 239 auto's kunnen worden geparkeerd. Het terrein dat aan de Shell te ver- kopen zou zijn, zal heel erg moeilijk bij het parkeerterrein getrokken kunnen worden. Daardoor zou niet zo heei veel parkeerruimte verkregen worden. Het te verkopen terrein heeft echter een hoge rand die geëgali- seerd zou moeten worden en dat zou heel wat onkosten veroorzaken. Spreekster meent dus dat er zeer verantwoord is gehandeld. Zij zal niet de minste spijt hebben wanneer de raad het voorstel van burgemeester en wethouders aanneemt, zodat tenslotte het voortbestaan van de enige betaalde voetbalciub in Heemstede mogeiijk wordt gemaakt. De heer Frets wil nog een paar facetten van deze zaak belichten. Spre- ker zou allereerst willen stellen dat de toeneming van het aantal auto's steeds zal doorgaan. Spreker ziet dat daarom in iedere wijk toch eigenlijk een auto-servicestation aanwezig zal moeten zijn. Als zodanig vindt spreker dit voorstel voikomen juist. Om te voorkomen dat een massaie stroom

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 31