27 januari 1966
35
een vereniging blijft bestaan die veel publiek trekt die vereniging heeft
n.l. de verdienste van het trekken van publiek in de verwachting dat
het publiek behoefte heeft aan benzine. De ene hand wast hier de andere
en zo kunnen zij dit doen. En mevrouw Gaasterland beantwoordend, zegt
spreker dat als de door haar genoemde instelling ook een mecenas vindt
en wanneer het gemeentebelang dan parallel ligt aan 's mans plannen,
spreker er dan helemaal geen bezwaar tegen heeft dat daar ook weer twee
dingen zouden gebeuren, twee vliegen in één klap zouden worden geslagen.
Waarom zou men dat niet doen? Spreker denkt dat het al vaak in het
klein gebeurd is dat iemand zegt: ik wil die of die helpen, maar mag ik
dan dat van de gemeente, en dat de gemeente dat heeft goedgevonden. Hier
gebeurt het in het groot en spreker ziet helemaal niet in dat het oriuist zou
zijn en een verkeerd gemeentebeleid als de gemeente een particulier en
daar kan men ook een vereniging onder schakelen in een gerechtvaar-
digd verlangen terwille is, als de gemeente daarbij ook belang heeft, aithans
daardoor geen schade lijdt.
Burgemeester en wethouders hebben dus geredeneerd dat zij buiten het
contact tussen de maatschappij en R.C.H. wilden blijven. Of dat helemaal
juist is geweest weet spreker niet. Het is een gedragslijn geweest omdat
burgemeester en wethouders meenden dat zij dat contact helemaal niet in
hun overwegingen bij de besluitvorming moesten betrekken. Voor het ene
lid van het college zullen de bijkomende omstandigheden meer gespeeld
hebben dan voor het andere. Mevrouw Van der Meulen heeft b.v. gezegd
dat bij haar die omstandigheden een rol hebben gespeeld en dat zij met deze
gang van zaken blij was. Het zal bekend zijn hoe spreker over betaald
voetballen op zondag denkt, terwijl hij er toeh ook weer een groot gemeente-
belang in ziet. Hij meent dat ieder zijn zondag moet indelen zoals hij wil,
zolang hij een ander niet op zijn ziel trapt. Spreker heeft hier ook wel voor
R.C.H. een belang in gezien. Zo heeft ieder een privé mening daaromtrent.
Toen over deze zaak in principe moest worden beslist was de voorzitter
door ziekte niet aanwezig. Het college heeft dus buiten hem om een besluit
moeten nemen. Mogelijk heeft hij tevoren al wel reeds zijn mening kenbaar
gemaakt. Spreker dacht dat de wethouders wel wisten hoe de burgemeester
erover dacht. Het college heeft over de te volgen gedragslijn niet breed-
voerig en uitgebreid kunnen spreken, want op een gegeven moment moest
blnnen 2 x 24 uur een besluit worden genomen. Het college heeft toen in
principe een toezegging gedaan. Formeel hebben burgemeester en wethou-
ders R.C.H. niet geantwoord, want er viel niets te antwoorden omdat er
geen verzoek van R.C.H. was. R.C.H. heeft het verzoek van de Shell ge-
steund. Wel heeft het college informeel medegedeeld dat het in principe
bereid was medewerking te verlenen en dat een voorstel aan de raad zou
worden gedaan om die grond te verkopen. Dat is dus op een gegeven
ogenblik in een korte spanne tijds beslist en op deze toezegging zijn bur-
gemeester en wethouders voortgegaa.n. Spreker heeft er geen spijt van.
Spreker heeft al gezegd dat het nochtans een zaak met schaduwkanten,
een zaak met een bittere bijsmaak is. Spreker kan zich ook voorstellen
dat anderen deze zaak anders aanvoelen. Burgemeester en wethouders
dachten dat het kon zoals zij gehandeid hebben. Meent de raad dat het niet
kan, dan moet het zo nooit meer gespeeld worden dat is misschien de
teneur die bij vele tegenstanders heeft doorgeklonken maar burgemees-
ter en wethouders geloven niet dat zij onjuist, ondemocratisch of achterbaks
hebben gehandeld.
De heer Brandsma heeft gezegd dat er geen benzinepomp komt maar een
servicestation. De ontwikkeling is zo, dat geen benzinestations meer wor-
den gebouwd maar servicestations. Een servicestation is bepaald geen
werkplaats. Daar begint men niet aan. Men heeft tegenwoordig in een
goed geoutilleerde garage nauwelijks zin om aan een auto te gaan sleute-
ien, laat staan dat men dat bij een benzinestation gaat doen. Men zal daar