24 februari 1966
53
geen kopers. Men moet dus niet de gedachte hebben dat er maar woningen
leegstaan omdat er geen behoefte aan is of dat er geen koopkracht voor
zou zijn. Zo is het zeer beslist niet. Spreker is het wel met de voorzitter
eens, dat het weinig zin heeft om hier langer over te debatteren. Hij heeft
alleen maar de visie van zijn fractie naar voren willen brengen op dat-
gene wat, zij het dan in beperkte mate, in de nota van het college tot uit-
drukking komt. Zijn fractie zal daar inderdaad bij de beoordeling van de
plannen die straks worden voorgelegd, op terug willen vallen. Spreker
kan zich dus met die conclusie van de voorzitter zeer wel verenigen.
De heer Van der Hulst wil nog iets toevoegen aan de opmerking van
de heer Kooijmans inzake de verbetering van de flatwoningen. Er zijn in
het buitenland op dat gebied bijzonder spectaculaire ontwerpen bekend.
Spreker dacht dat het niet alleen een kwestie was van de ruimte binnen,
maar dat de meeste mensen er voor terugschrikken om helemaal geen
,,buiten" te hebben. Het is treurig dat er allemaal balconnetjes worden
gemaakt waarop misschien met moeite één ligstoel geplaatst kan worden,
zodat de rest van het gezin dan achter het raam moet zitten. Misschien
kunnen de ontwerpers daar eens op gewezen worden.
De heer Scheer is blij dat de heer Brandsma hem is bijgevallen in zijn
betoog dat de huurders t.z.t. toch wel naar hogere huren toe zullen moe-
ten. Spreker blijft volhouden dat de gegevens omtrent de huurprijzen die
men wil of kan verwonen, praktisch waardeloos zijn.
De voorzitter antwoordt dat het college dankbaar is voor de gehouden
beschouwingen. In het enquêteformulier stond inderdaad de vraag welke
huur men kon betalen en dus heeft men daarop geantwoord. Spreker
neemt aan dat men heeft geredeneerd, dat men de rest van zijn geld ook
wel kwijt zou raken, zodat men meende niet meer te kunnen betalen want
dan zou misschien ergens op moeten worden bezuinigd waarop niet be-
zuinigd kan worden. Spreker herhaalt dat de oplossing van deze zaak
langs een andere weg zal moeten worden gevonden, zodat het voor de
bouwondernemers lonend wordt om huizen te bouwen en voor de beleg-
gers van gelden om hun geld te beleggen in de woningbouw, die door ver-
huur wordt geëxploiteerd. Het is de zwakke plek in het woningbeleid
geweest dat dit hoegenaamd niet is gebeurd. Er is hoofdzakelijk in de ge-
subsidieerde sector en in de vrije sector voor „eigen bouw" gebouwd.
In het buitenland en ook in Nederland wel, zijn met betrekking tot de
flatbouw allerlei nieuwigheden. De heer Brandsma is nieuwsgierig hoe
het college straks met woningen van enige allure kan komen met een
huur van 120,Spreker geeft toe dat het moeilijk zal zijn. Als hij met
betrekking tot de flatbouw de beschouwingen hoort over vloeren en isola-
tiemateriaal, dan is hij toch optimistisch gestemd. Spreker geeft toe dat
de ruimte buiten voor een flat een belangrijke factor vormt, en het ont-
breken van deze ruimte leidt tot voorkeur naar de eengezinswoning. Er
is in het algemeen niet zoveel ruimte rondom een flat tenzij op enige af-
stand daarvan. In dat opzicht is Heemstede nog een gezegende gemeente
omdat die ruimte, zij het niet onmiddellijk naast de woningen, toch wel
na een kleine wandeling, gelukkig nog in grote mate te vinden is. Spre-
ker meent hiermede deze beschouwingen te mogen afsluiten.
III. 2e WIJZIGING BEZOLDIGINGSVERORDENING
AMBTEN AREN 1965.
Het voorstel met ontwerp-besluit en daarbij behorende bijlagen A en B,
is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
23. 2e Wijziging bezoldigingsverordening ambtenaren 1965.