iUM
62
24 februari 1966
liggen dan zou spreker twee vliegen in één klap willen slaan. Spreker ge-
looft toch dat vastgehouden moet worden aan de strips omdat de jeugd
dan toch ook nog zai kunnen lopen en draven, met fietsjes en autopeds
rijden, kortom daar blijft ruimte genoeg voor. Spreker dacht dat dat vol-
doende gelegenheid voor spel bood en dat het balspel daar maar geweerd
moet worden. Dat moet maar aan de andere kant van de hekken plaats-
vinden, want daar liggen schone velden die daarvoor geschikt zijn. Spre-
ker hoopt diegenen die aanvankelijk een afwijzend geluid hebben doen
horen, te hebben kunnen overtuigen van de juistheid van het voorstel van
burgemeester en wethouders.
De heer Willemse heeft in dit verband gedacht aan Stelconplaten die
men in z'n geheel kan neerleggen. Hij herinnert zich dat in de buurt van
Zwolle een grote tijdelijke weg ook helemaal met deze platen is gelegd
en dat was over een afstand van enkele kilometers. De prijs van deze
platen weet hij niet.
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders nog hebben ge-
vraagd naar de kosten van een tegelverharding, maar die is nog duurder.
Spreker meent dat Openbare Werken wel voldoende weet dat grindasfalt
de goedkoopste oplossing is en dat een laag ter dikte van 10 cm daar-
voor de minimum maat is.
De heer Frets merkt op dat door openbare werken categorisch is ge-
steld dat dit de minimum oplossing is en dat iedere andere oplossing knoei-
werk is. Dit noemt spreker geen overleg. Hij gaat hier beslist niet op in.
Dit is de deur dicht doen. De voorzitter heeft het zelfs herhaald dat dit de
minimum oplossing is en dat alle andere oplossingen knoeien is.
De voorzitter„Ik zeg dit op gezag van Openbare Werken."
De heer Frets begrijpt dat, maar hij vindt dit geen overleg meer. Hij
voelt zich helemaal geen expert op dit gebied en hij heeft zich er niet in
verdiept hoe het anders zou kunnen, maar als men het plan tezamen zou
bekijken komt men misschien tot een oplossing. Als men echter stelt dat
het voorgestelde het minimum is en al het andere knoeiwerk, dan komt
men op het vlak van prestige en dat is heus zijn bedoeling niet.
De voorzitter merkt op dat als de heer Frets zonder meer stelt dat het
werk goedkoper kan, hij dezelfde methodiek volgt die hij op dit moment
afkeurt, terwijl spreker dan nog gesteund wordt door berekeningen van
de directie van openbare werken die toch op dit punt wel deskundlg kan
worden geacht en die ook haar licht elders heeft opgestoken. Als het over
de methode van het debat gaat vindt spreker zichzelf sterker staan. In
de commissie voor openbare werken hadden suggesties gedaan kunnen
worden met betrekking tot een goedkopere oplossing. Spreker gelooft dat
de heer Frets met het college zoekt naar de beste oplossing, d.w.z. naar
een oplossing die niet meer geld kost dan strikt noodzakelijk is, en dat
dit streven zijn standpunt teveel is gaan beïnvloeden, want als hij de goed-
kopere oplossing niet kan aangeven moeten burgemeester en wethouders
hun voorstel handhaven.
De heer Frets zegt dat als van tevoren gesteld wordt dat iedere andere
oplossing knoeien is, hier geen overleg mogelijk is. Spreker neemt dat
dan maar aan. Nu de verharding zo duur uitvalt waarom zou dan niet
een tegenprestatie verlangd kunnen worden van degenen die het terrein
gebruiken De voorzitter heeft de bezwaren daartegen genoemd, akkoord.
Spreker doet deze deur maar liefst dicht. Hij neemt niemand wat kwalijk,