61
2e afd.
28 april 1966
OPHEFFING BETREKKING LEEBKRACHT
CRAYENESTERSCHOOL.
Heemstede, 13 april 1966.
Aan de Raad,
Het gemiddeld aantal leeriingen aan de openbare school voor gewoon
lager onderwijs aan de Crayenestersingel, de Crayenesterschool, heeft over
1965 bedragen: 209. Volgens dat aantal vergoedt het rijk voor dit jaar de
wedden van 6 leerkrachten; die vergoeding heeft plaats bij een gemiddeld
aantal leerlingen in 1965 van 179 tot en met 217.
Bovendien vergoedt het rijk voor het tijdvak van 1 januari tot en met
30 juni 1966 de wedde van een extra (7e) leerkracht omdat de 6e klasse 47
leerlingen telt en dit aantal niet in één lokaal kan worden ondergebracht.
Wij hebben aan de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen
verzocht om ook nä 1 juü a.s. de wedde van die 7e leerkracht te willen
vergoeden, doch ons verzoek is afgewezen. Het totaal aantal leerlingen en
de bezetting van de verschillende klassen voldoen niet aan de normen, die
het rijk daarvoor thans stelt. Om voor vergoeding in aanmerking te komen
behoort een kla.s meer dan 48 leerlingen te tellen; voor de eerste- en zesde
klas bedraagt dit aantal 45 leerlingen; deze normen zijn wegens bezuiniging
verscherpt. Met ingang van de cursus 1966—1967 zal de klassebezetting
zeer waarschijnlijk zijn als volgt: le klasse: 30 leerlingen, 2e klasse: 30
leerlingen, 3e klasse: 29 leerlingen, 4e klasse: 26 leerlingen, 5e klasse: 39
leerlingen eci 6e klasse: 36 leerlingen of in totaal: 190 leerlingen.
Een belangrijke toenemingv van het aantal leerlingen, waardoor de wedde
van de 7e leerkracht wederom zou worden vergoed, is niet te verwachten,
terwijl, volgens verkregen informaties, evenmin de 3e fase van de verlaging
der leerlingenschaal dit jaar in werking zal treden.
Wij achten het niet verantwoord de wedde van de 7e leerkracht voor
rekening van de gemeente te nemen. Dit heeft namelijk tot gevolg dat de
besturen van de soortgelijke bijzondere scholen recht hebben op vergoeding
uit de gemeentekas van de wedden van aan die scholen aan te stellen of
in dienst te houden boventallige leerkrachten.
Gerekend op jaarbasis zou met aanstelling of in dienst houden van bo-
ventallige leerkrachten een bedrag van f 100.000,zijn gemoeid.
Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor met ingang van 1
juli 1966 de betrekking van de 7e leerkracht aan de Crayenesterschool op
te heffen en deswege aan een leerkracht ongevraagd eervol ontslap- te ve--
lenen.
Bij het bepalen van de volgorde van ontslag hebben wij, omdat een ge-
meentelijke afvloeiingsregeling ontbreekt, de algemeen geldende regel ge-
volgd. Deze luidt dat voor ontslag het eerst in aanmerking komt de leer-
kracht met het kleinst aantal dienstjaren, in deze zin, dat in dit opzicht
niet doorslaggevend is de diensttijd, doorgebracht aan de Crayenester-
school, maar de totale diensttijd.
Voor ontslag komt dan in aanmerking Mej. M. E. Spijker, sedert 1 ja-
nuari 1963 werkzaam aan bovengenoemde school.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.