68 2e afd. 26 mei 1966 een diensttijd van 40 jaren zou zijn toegekend. Voorts blijven buiten beschouwing de pensioenverhogingen, gegrond op de artikelen 17, 18 en 19 der Pensioenwetten voor de zee- en landmacht 1922 en der Pensioenwetten voor het personeel der Koninklijke marine-reserve en het reserve-personeel der landmacht 1923 en daarmede overeenkomende bepalingen in andere wetten. II Aan artikel 13 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende: 4. Indien een belanghebbende recht verkrijgt op een algemeen ouderdomspensioen of indien in het bedrag van dat ouderdoms- pensioen anders dan op grond van een wijziging van artikel 8 of v^n de toepassing van artikel 9 van de Algemene Ouder- domswet wijziging wordt gebracht, is hij gehouden hiervan on- verwijld kennis te geven aan burgemeester en wethouders. III Aan artikel 14, onder 2, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Van de diensttijd wordt buiten beschouwing gelaten de tijd, waarop betrekking heeft of geacht kan worden betrekking te hebben het bedrag van het algemeen ouderdomspensioen, waarop aanspraak is verkregen door vrijwiUige premiebetaling krachtens artikel 35 van de Algemene Ouderdomswet. IV Artikel 15 wordt gelezen als volgt: 1. Indien een pensioen is toegekend aan een gehuwde vrouw, die geen zelfstandig recht heeft op een algemeen ouderdomspen- sioen, noch duurzaam gescheiden van haar echtgenoot leeft, wordt eerstbedoeld pensioen voor de toepassing van deze para- graaf geacht aan haar echtgenoot te zijn toegekend met ingang van de eerste dag van de maand, waarin zij de leeftijd van 65 jaar bereikt, of zoveel later als het pensioen is ingegaan. 2. In het geval, bedoeld in het vorige lid, wordt voor de toepassing van artikel 13 uitgegaan van het algemeen ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet! tenzij en voorzover artikel 16 of artikel 17 toepassing moet vin- den, omdat aan de echtgenoot een pensioen dan wel enig ander pensioen is toegekend. V Artikel 16, 3e lid, onder b, wordt gelezen als volgt: b. indien de som van de bedragen van het algemeen ouderdoms- pensioen, welke worden gerekend deel uit te maken van de pen- sioenen, ook na toepassing van de vorige leden, een bedrag gelijk aan 80 percent van het algemeen ouderdomspensioen overschrijdt, deze overschrijding in mindering wordt gebracht op elk van eerstbedoelde bedragen in de verhouding waarin elk van die bedragen staat tot de som van die bedragen. VI Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt: Na het derde lid wordt een vierde lid toegevoegd, luidende: 4. Indien de som van het bedrag van het algemeen ouderdomspen- sioen, dat gerekend wordt deel uit te maken van het pensioen, en het bedrag van de vermindering van het andere pensioenl °°k na toepassing van de overige bepalingen van dit artikeli een bedrag gelijk aan 80 percent van het algemeen ouderdoms- pensioen overschrijdt, wordt van deze overschrijding een zoda-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 15