V VVS
4e afd. 26 mei 1966 77
Ad 2. Het laatste geldt evenzeer voor het in het plan opgenomen per-
ceelsgedeelte van de heer Bertels. Het door hem hedoelde deel van zijn tuin
is gedeeltelijk bestemd voor eengezinshuizen, bebouwingsklasse A2 en voor
de rest tot tuin bij die huizen. Uiteraard zal reclamant bij aankoop, c.q.
onteigening van het benodigde deel van zijn grond volledig schadeloos
worden gesteld. Overigens merken wij nog op dat het door hem bewoonde
perceel c.a. in totaal 4606 m'-* groot is, waarvan siechts 880 m2 binnen de
begrenzing van het plan valt; hij zal dus nog een zeer royale tuin over-
houden.
Ad 3. Het sub 2 vermelde, met uitzondering van de laatste zin, geldt
eveneens voor de heer Sweerts; van zijn perceel, in totaal 2152 m2 groot,
heeft de gemeente 1370 m2 nodig voor de realisering van het plan.
Ad 4. Het bezwaar van de heer Hesseling is niet zozeer van planologische,
dan wel van bosbouwkundige aard. Inderdaad zal volgens het ontwerp-
plan de sloot achter de woningen Van Merlenlaan 2 tot en met 8 gedempt
moeten worden; ter plaatse is een plantsoen gedacht met een wandelpad.
Het is zeer goed mogelijk een passende aansluiting te maken tussen de
bestaande bosrand langs de sloot en het geprojecteerde pad. Door oordeel-
kundig snoeien kunnen verminkingen aan bomen en struiken zeker worden
voorkomen. Voorts is het de bedoeling vöôr de meidoorns in de tuin van
reclamant een lage beplanting aan te brengen op zodanige wijze dat de
bomen niet aan het gezicht worden onttrokken, doch daarentegen juist in
het geheel worden opgenomen.
Ad 5. Daar de Gebr. Van der Weiden hun bezwaarschrift niet aan Uw
Raad hebben gericht, dienen zij hierin niet-ontvankelijk te worden ver-
klaard.
Overigens merken wij ten aanzien hiervan nog op dat bij akte van 25
maart 1948 door de gemeente aan C. van der Weiden de bevoegdheid is ver-
leend om op de bij hem in erfpacht zijnde grond, waarvan de gemeente
eigenares is, negen arbeiderswoningen te bouwen. Dit is een burgerrechte-
lijke overeenkomst, welke ook langs burgerrechtelijke weg kan worden ge-
wijzig'd. Afgezien hiervan past de bouw van negen arbeiderswoningen ter
plaatse in het geheel niet in de stedebouwkundige opzet van het plan.
Wij stellen U derhalve voor de bezwaarschriften van de onder 1 tot en
met 4 genoemde reclamanten ongegrond te verklaren en de sub 5 vermelde
reclamanten in hun bezwaar niet ontvankelijk te verklaren.
De Provinciale Planologische Commissie heeft tegen het ontwerp, zoals
dat ter inzage heeft gelegen, als bezwaar aangevoerd, dat door de vrij hoge
en lange flatgebouwen rondom de bestaande Provinciënbuurt deze buurt
teveel wordt afgesloten. Naar aanleiding hiervan hebben wij het plan met
instemming van de commissie zodanig gewijzigd dat door verkorting van de
natgebouwen en een andere opstelling met name aan de zuidkant van de
Provinciënbuurt meer openheid ontstaat. In aanmerking nemende dat dit
geen principiële wijziging van het ontwerp betekent en dat door de wijzi-
gmg geen particuliere belangen worden geschaad, behoeft o.i. niet opnieuw
tot ter-visielegging te worden overgegaan.
,.0n„c!eî' mededeling dat een exploitatiebegroting en een ontwerp-grond-
m^tekaart voor U ter inzage liggen, geven wij U in overweging het plan
,,yan Merlenlaan-Kerklaan" vast te stellen overeenkomstig de gewijzigde
tekenxng 4.40E.4 en de daarbij behorende voorschriften. Een ontwerp-besluit
bieden wrj U daartoe aan.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.