77
4e afd.
26 mei 1966
VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN „VAN MEKLENLAAN-
KERKLAAN".
De Raad der gemeente Heemstede;
overwegende dat van 25 januari 1966 af gedurende een maand ter ge-
meentesecretarie voor een ieder ter inzage heeft gelegen het ontwerp van
een bestemmingsplan voor een groot gedeelte van het gebied dat begrensd
wordt door de Van Merlenlaan, de Herenweg, de Kerklaan en de Raad-
huisstraat (het zgn. bestemmingsplan „Van Merlenlaan-Kerklaan"
dat binnen de daarvoor gestelde termijn bezwaarschriften tegen het ont-
werp-plan zijn ingediend door:
D. H. Granneman, Heemsteedse Dreef 63, alhier, die aanvoert dat een
gedeelte van de hem in eigendom toebehorende gronden, gelegen achter
de bloembollenschuur van het pand Kerklaan 97, in het ontwerp-plan
is opgenomen zonder voorafgaand overleg en dat een huis met bloem-
bollenschuur zonder een stuk teelland ondenkbaar is
2. H. G. Bertels, Van Merlenlaan 28, alhier, die er bezwaar tegen maakt
dat een deel van de tuin van het hem in eigendom toebehorende en
door hem bewoonden pand in het ontwerp is bestemd tot tuin van een
in de onmiddellijke nabijheid van zijn perceel te bouwen bungalow;
3. A. J. C. J. Sweerts, Herenweg 74, alhier, wiens bezwaarschrift nagenoeg
dezelfde inhoud heeft als dat van de sub 2 genoemde reclamant;
4. C. H. M. Hesseling, Van Merlenlaan 6, alhier, die bezwaar maakt tegen
de in het ontwerp opgenomen demping van de aan de gemeente in
eigendom toebehorende sloot achter de percelen Van Merlenlaan 2 tot
en met 8, als gevolg waarvan in zijn tuin staande bomen, waarvan de
takken thans over en in het water hangen, moeten worden gesnoeid,
zodat zij z.i. al hun bekoring zullen verliezen.
5. Gebr. Van der Weiden, Zandvaartpad 3, alhier, die hun bezwaarschrift
hebben gericht tot burgemeester en wethouders en die wijzen op het
door hen ingevolge notariële akte d.d. 25 maart 1948 verkregen recht
ter plaatse van hun huidige boerderij negen woningen te bouwen;
overwegende:
ten aanzien van het sub 1 vermelde bezwaarschrift
dat het niet gebruikelijk en niet juist is met de eigenaren van de betrok-
ken gronden overleg te plegen over de samenstelling van een ontwerp-
bestemmingsplan
dat reclamant zijn in het plan opgenomen grond niet zelf exploiteeert,
doch deze heeft verpacht aan een bloembollen-handelsbedrijf
dat voor dit handelsbedrijf achter bedoelde bloembollenschuur nog vol-
doende teeiland overblijft;
dat afgezien van het vorenstaande het betrokken perceelsgedeelte uit
stedebouwkundig oogpunt niet uit het plan kan worden gemist;
ten aanzien van het sub 2 vermeide bezwaarschrift:
dat het door reclamant bedoelde deel van zijn tuin gedeeltelijk is bestemd
voor eengezinswoningen, bebouwingsklasse A2 en voor de rest tot tuin
bij die woningen;
dat bedoeld gedeelte van zijn tuin niet uit het plan kan worden gemist
zonder aan een stedebouwkundig verantwoorde opzet ernstig afbreuk te
doen;
dat reclamant bij aankoop of onteigening van de voor de realisering van
het plan benodigde grond volledig schadeloos zal worden gesteld;