77 4e afd. 26 mei 1966 dat hij overigens van zijn perceel, hetwelk 4606 m2 g-root is, slechts 880 m2 zal behoeven af te staan, zodat hij nog een grote tuin zal over- houden ten aanzien van het sub 3 vermelde bezwaarschrift dat het door reclamant bedoelde deel van zijn tuin eveneens gedeelteiijk is bestemd voor eengezinshuizen, bebouwingsklasse A2 en voor de rest tot tuin bij die woningen; dat ook dit deel niet uit het plan kan worden gemist; dat reclamant bij aankoop of onteigening van de voor realisering van het plan nodige grond volledig schadelocs zal worden gesteld; ten aanzien van het sub 4 vermelde bezwaarschrift dat ter plaatse van de door reclamant bedoelde sloot en de ten noorden daaraan grenzende grond een plantsoen met wandelpad is gedacht; dat het zeer goed mogelijk is een passende aansluiting te maken tussen de bestaande bosrand achter de woningen aan de Van Merlenlaan en het geprojecteerde pad; dat door oordeelkundig snoeien verminkingen aan bomen en struiken kunnen worden voorkomen; ten aanzien van het sub 5 vermelde bezwaarschrift dat dit bezwaarschrift niet overeenkomstig het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan de Raad is gerieht, zodat adressanten hierin niet-ontvankelijk moeten worden verklaard; overwegende dat de Provinciale Planologische Commissie tegen het ontwerp-plan zoals dat ter inzage heeft gelegen, als bezwaar heeft aan- gevoerd dat door de vrij hoge en lange flatgebouwen rondom de bestaande Provinciƫnbuurt deze buurt teveeel wordt afgesloten; dat dit bezwaar gegrond is te achten; dat door verkorting van de geprojecteerde flatgebouwen en een enigszins andere opsteiling meer openheid kan worden verkregen; dat genoemde commissie met deze gewijzigde opzet akkoord gaat; gelet op zijn besluit d.d. 28 april j.l., nr. 59, waarbij de beslissing omtrent de vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan is verdaagd tot uiter- lijk 25 augustus 1966; gelet op de artikelen 22 tot en met 25 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; BESLUIT: 1. de door D. H. Granneman, H. G. Bertels, A. J. C. J. Sweerts en C. H. M. Hesseling, voornoemd, tegen het ontwerp-bestemmingsplan ,,Van Merlenlaan-Kerklaan" ingediende bezwaren ongegrond te verklaren; 2. de Gebr. Van der Weiden, voornoemd, in hun bezwaarschrift niet ont- vankelijk te verklaren; 3. vast te stellen het bestemmingsplan ,,Van Merlenlaan-Kerklaan" over- eenkomstig bijbehorende gewljzigde tekening 4.40E.4, bladen 1 en 2 en bijbehorende voorschriften en toelichting. Heemstede, 26 mei 1966. De Raad voornoemd, De ye

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 38