Artikel 14. 1. Op de gronden bestemd voor autoboxen mogen uitsluitend autoboxen worden opgericht. 2. De autoboxen moeten worden aaneengebouwd. 3. De goothoogten van de autoboxen mag ten hoogste 2.50 m bedragen. Artikel 15. 1. De gronden bestemd voor tuin mogen, voor zover zij zijn gelegen achter eengezinshuizen c.q. achter de lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de achtergevel van de eengezinshuizen, uitsluitend wor- den gebruikt als aanhorigheid bij de eengezinshuizen die op de aan- grenzende bebouwingsstrook worden opgericht. 2. De in het eerste lid bedoelde gronden mogen slechts worden bebouwd met achteruitbouwen en bijgebouwen voor zover de bouw hiervan bij de artikelen 16 en 17 is toegestaan. Artikel 16. Een achteruitbouw mag een breedte hebben, gemeten evenwijdig met de achtergevel, van ten hoogste 40 van de achtergevelbreedte, een goot- hoogte van ten hoogste 3.00 m en een diepte van ten hoogste 2.75 m, ge- meten uit de achtergevelrooilijn, met dien verstande dat de totale diepte van de achteruitbouw niet groter mag zijn dan de overblijvende breedte van de achtergevel. Artikei 17. 1. Bijgebouwen mogen slechts worden opgericht bij eengezinshuizen in de bebouwingscategorie F. Zij moeten voldoen aan de volgende voorwaar- den: a. zij mogen geen grotere oppervlakte beslaan dan 16 m2; b. de goothoogte mag ten hoogste 2.25 m bedragen; c. wanneer zij worden gebouwd achter een woning moet tussen beide een strook grond van ten minste 3.00 m breedte geheel onbebouwd en onoverdekt blijven. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien het betreft een bij- gebouw behorende bij een eengezinshuis in de bebouwingscategorie F dat met één of met beide zijgevels vrijstaand is gebouwd, van het ge- stelde in het eerste lid, sub a en b, vrijstelling te verlenen ten einde de bouw van garages mogelijk te maken, met dien verstande dat het bij- gebouw geen grotere oppervlakte mag beslaan dan 15 van het totale perceel tot een maximum van 36 m2, terwijl de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2.35 m. 3. Bij elk eengezinshuis mag slechts één bijgebouw worden opgericht. Artikel 18. Garages en bergruimten ten dienste van de eengezinshuizen in de catego- rieën Al, A2 en A3 moeten één geheel vormen met die huizen. Burgemeester en wethouders kunnen hiervan vrijstelling verlenen. II. VOOKSCHRIFTEN OMTKENT ANDER GEBRUIK. Artikel 19. De gronden bestemd voor wegen, trottoirs, toegangswegen en paden mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg van wegen, trottoirs, toegangswegen, paden e.d. Artikel 20. De gronden bestemd voor parkeerplaats of -strook mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg van parkeerplaatsen of parkeerstroken. Voor zover deze gronden grenzen aan grond met de bestemming bedrijfs- bebouwing mogen op deze gronden ook benzinelaadstations worden opge- richt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 47