Artikel 21. De gronden bestemd voor openbaar groen mogen uitsluitend worden ge- bruikt voor de aanleg van plantsoenen, bermstroken en soortgelijke voor- zieningen. Artikel 22. De gronden bestemd voor tuin mogen, behoudens het bepaalde in artikel 15, uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg van tuinen of voor daarmede gelijk te stellen doeleinden. Artikel 23. De gronden bestemd voor water mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg van vijvers, grachten en soortgelijke waterpartijen. Artikel 24. De gronden bestemd voor kinderspeelplaats mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg van speelplaatsen. Op deze gronden mogen uit- sluitend speelwerktuigen worden geplaatst. Artikel 25. 1. Het is verboden het gebruik van onbebouwde gronden die in gebruik zijn voor doeleinden waarvoor die gronden blijkens het plan zijn bestemd, alsnog te veranderen ter realisering van doeleinden die met die bestem- ming onverenigbaar zijn. 2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt ingebruik- neming van gronden als stortplaats of als opslagterrein anders dan ter- wille van de realisering van het plan, aangemerkt als gebruik dat met die bestemming onverenigbaar is. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het bepaalde in het eerste lid vrijstelling te verlenen. Vrijstelling kan worden verleend voor onbe- paalde tijd behoudens wederopzegging of voor bepaalde tijd. 4. Vrijstelling moet worden geweigerd indien het voorgenomen andere gebruik van duurzame aard zal zijn en gelet op de ligging van de grond het gebruik van gronden en gebouwen in de omgeving in ernstige mate kan worden gestoord, zonder dat door het stellen van voorwaarden of op andere wijze zodanige stoornis zal zijn te voorkomen. III. VOORSCHBIFTEN OMTKENT HET GEBRUIK VAN NIEUW OPGERICHTE GEBOUWEN. Artikel 26. Het is verboden een eengezinshuis of een gedeelte daarvan of een aan- horigheid bij een eengezinshuis in gebruik te nemen of te geven ter reali- sering van doeleinden welke met de bestemming eengezinshuizen onver- enigbaar zijn. Artikel 27. Het is verboden een meergezinshuis of een gedeelte daarvan in gebruik te nemen of te geven ter realisering van doeleinden welke met de bestem- ming meergezinshuizen onverenigbaar zijn. Artikel 28. Het is verboden een autobox in gebruik te geven of te nemen anders dan voor de stalling van vervoermiddelen of voor de berging van een geringe hoeveelheid voor huishoudelijk gebruik bestemde, doch reeds aan handel en bedrijf onttrokken goederen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 48