145
26 mei 1966
De heer Enscliedé zegt, dat wanneer een bestemmingsplan aan de raad
ter vaststelling wordt aangeboden, er in het algemeen al zoveel over ge-
praat, gedacht en in gewijzigd is, dat men de neiging krijgt er nu maar
het zwijgen toe te doen. Dit bestemmingsplan is voor onze gemeente echter
van zo eminent belang, dat spreker er niet zonder meer het zwijgen toe
kan doen. Er zijn 3 aspecten te onderscheiden die hierbij naar voren komen,
n.l. de volkshuisvesting; als spreker het zo noemen mag, de vormgeving
door openbare werken met behulp van de sted.ebouwkundige en de finan-
ciële exploitatie. Dit plan is, zoals elk ander plan op dit gebied, een com-
promis, een compromis van deze 3 factoren. De huisvesting van woning-
zoekenden is de aanleiding tot opzetten van dit plan. Daar is het uiteinde-
lijk om begonnen en de vraag is dus of het plan zoals het nu voor ons ligt,
aan dit doel beantwoordt. Is daar teveel of te weinig de nadruk op gevallen
ten opzichte van de andere factoren. Spreker onderscheidt hierbij twee
wensen. De opzet is op korte termijn zoveel mogelijk woningen te creëren,
desnoods ten koste van de vormgeving en de kwaliteit van het plan. Op
lange termijn, misschien op zeer lange termijn bezien, is de kwaliteit van
het plan van groot gewicht, want over 45 jaar moeten deze woningen,
deze straten, aan de dan geldende normen voor wonen in Heemstede nog
voldoen. Als de welvaart blijft toenemen, zal de woondichtheid kleiner
worden. Ons doel moet nu zijn dat de thans gekozen norm nlet te laag
ligt. Hoewel spreker het betreurt dat in dit plan een relatief groot aantal
flatwoningen zijn geprojeeteerd, terwijl hij juist voor Heemstede de voor-
keur zou geven aan veel meer eengezinswoningen, moet hij bij het afwegen
van de belangen in dit geval zeggen, dat er ook op lange termijn van de
zijde van pasgehuwden en uit de kinderen geraakte gezinnen nog wel
zoveel vraag naar flatwoningen van de goede kwaliteit zal zijn, dat zij
bewoond en in trek blijven. Hoewel het karakter van Heemstede door de
bouw van deze flatgebouwen ingrijpend gaat veranderen, zal er toch een
zeer gunstig verschil blijven tussen een grootsteedse opzet, zoals de flats
in Haarlem, in Schalkwijk, en deze centrumbebouwing.
Wat de vormgeving van het plan betreft, moet spreker zijn aanvankelijke
bezwaren tegen de wijze waarop de Provinciënbuurt werd ommuurd, sterk
verminderen. Niet geheel weggenomen is zijn bezorgdheid ten aanzien van
de hemelfactor in de woonruimten op de begane grond en de bezonning in
het gebied waar de hoge gebouwen komen. Spreker heeft hoop gekregen,
dat de ligging ten opziehte van het zuiden nog zodanig zal blijken te zijn,
dat er niet teveel zonarme hoeken zullen ontstaan, waar het op de tekenin-
gen zo fraai geschetste groen niet zal willen groeien. Overigens heeft
spreker voor de vormgeving van het plan veel waardering en hij aanvaardt
de tamelijk dichte bebouwingsgraad in het oostelijk gedeelte van het plan
omdat er vrije ruimte (Groenendaal) in de nabijheid is.
Wat de financiële kant betreft, heeft spreker er waardering voor dat er
een sluitende exploitatieopzet gemaakt is kunnen worden, al zitten er in
die exploitatieopzet verschillende posten die mee en tegen kunnen vallen.
Als punten die tegen kunnen vallen en naar zijn verwachting waar-
schijnlijk tegen zullen vallen noemt spreker, dat de rentekosten op een
zeer korte termijn zijn gebaseerd. Aan de andere kant gelooft spreker, dat
er nog wel een aantal posten zijn te vinden die, als het nodig is, anders
geboekt kunnen worden, waardoor tegenvallers kunnen worden opge-
vangen.
De grondprijzen zijn niet laag gesteld maar zijn, op lange termijn be-
keken, nog wel aanvaardbaar. Spreker meent dat burgemeester en wet-
houders, in het totaal gezien, er in zijn geslaagd een compromis te vinden
tussen deze factoren, dat alleszins verantwoord is.
Omdat de tijd van het renteverlies zo kort is genomen, bekruipt spreker
de vrees dat er op gerekend is, dat eerst de fiatgebouwen gebouwd zullen
worden in het oostelijk deel van het plan, en dat daarna eerst het westelijke