26 mei 1966
138
met terugwerkende kracht wordt gewerkt, maar een terugwerkende kracht
van ruim 3 jaar vindt hij werkelijk de perken te buiten gaan. Wanneer iets
verbeterd moet worden moet men dat laten ingaan op het moment waarop
men verbetert maar niet met een terugwerkende kracht van 3 jaar.
De voorzitter: „We kunnen hier nu wel een academisch debat over
opzetten maar het bezwaar van de heer Rutgers is helemaal niet discutabel.
Die bepalingen zijn bij de wet vastgesteld en men heeft deze verordening
maar aan te passen."
De heer Rutgers vraagt waarom de andere punten uit de wet dan niet
door het college zijn overgenomen. In de wet is verder opgenomen een rege-
ling voor de inpassingsbepalingen, maar deze zijn niet in de verordening
opgenomen.
De voorzitter„Die spelen hier niet. Als die hier zouden spelen zou men
dat moeten doen. Deze bepalingen vloeien voort uit de wet van 6 januari
1966."
Wethouder Corver meent, afgezien van de vraag of dit onderwerp discu-
tabel is, spreker is het daaromtrent met de zienswijze van de voorzitter
eens 'dat er bovendien in de redenering van de heer Rutgers een inconse-
quentie zit, want hij zegt: in een gemeente als Heemstede geldt dit niet,
maar wel in een gemeente waar het wethouderschap een full-time-job is.
Dat verschil ziet spreker helemaal niet, want het is zö, dat de honorering
van een wethouder in een gemeente waar het een full-time-job is, 3, 4 of
5 maal zo hoog is. Omdat het hier een part-time-job is, is de honorering
veel lager en dan is ook het pensioen daaraan annex veel lager, dus dat
blijft parallel lopen.
De heer Rutgers zegt dat het in een grote stad langzamerhand vrijwel
onmogelijk is om geen full-time wethouders, dus wethouders die vrijwel
hun leven lang wethouder blijven, te benoemen. Het is voor een wethouder
in een grote stad, en daar zijn voorbeelden van, zö moeilijk om weg te
gaan, dat men dat ook altijd probeert te voorkomen. Spreker wil juist voor-
komen dat dit in een kleine gemeente ais Heemstede ook gebeurt.
Wethouder Corver antwoordt dat het dikwijls ook in een kleine gemeente
moeilijk is uit iedere partij iemand bereid te vinden om als wethouder
op te treden. Die mogelijkheid moet er echter voor iedereen zijn. Het kan
zijn dat iemand daarom een of ander bedrijfspensioen of wat ook moet
offeren en daarom zal hij schadeloos gesteld moeten worden met een wet-
houders pensioen omdat hij anders tekort zou komen in zijn oorspronkelijke
functie. Daarom gelooft spreker dat het nuttig is dat deze regeling ook
voor kleinere gemeenten geldt.
De heer Rutgers gelooft niet dat een wethouder die slechts een deel van
zijn tijd aan het wethouderschap besteedt, ooit een bedrijfspensioen zal
kwijtraken.
Wethouder Corver: „Dat zou in de toekomst wel het geval kunnen zijn."
De voorzitter is van oordeel dat dit niet discutabel is omdat het over-
nemen van deze bepaling is geschied analoog aan de wettelijke bepalingen.
De verordening waarvan nu de wijziging wordt voorgesteld stoelt op de
wet. Daarom moet die verordening in overeenstemming worden gebracht
met de wijzigingen die in de wet zijn aangebracht.