215
1 september 1966
satie van het gehele woningbeleid! Maar als jonge paren die niet kunnen
starten en oudere echtparen die in grote moeilijkheden zijn op mijn spreek-
uur hun nood komen klagen, dan ervaar ik altijd weer opnieuw de woning-
nood als iets vreselijks. Een en twintig jaar na de tweede wereldoorlog
is er voor het woningvraagstuk nog steeds geen oplossing gevonden en îk
zie helaas de eerstkomende jaren daarvoor nog geen oplossing in onze
gemeente, ondanks dat wij hopelijk in september een nieuw bouwplan
rond zullen krijgen, waar alle mogelijke moeite voor gedaan wordt. Wij
hadden uiteraard meer kunnen doen wanneer wij als gemeente zelfstandig
hadden kunnen handelen. Bij het nalezen van de notulen van 1958 viel het
mij op dat toen ook al gesproken werd over bestedingsbeperking. Nu zijn
we 8 jaar verder en weer leven we in een periode van bestedingsbeperking
en buitendien zijn er steeds maatregelen van hogerhand geweest die ons
eigenlijk de handen hebben gebonden. Zal de tijd ooit weer terugkomen
waaraan Heemstede haar groei en bloei te danken heeft? Die tijd dat
men de macht had en de mogelijkheden om de eigen gemeente uit te
bouwen en met die voorzieningen uit te rusten die men noodzakelijk
oordeelde Ja, daar moeten we misschien nog een tijd op wachten. Ik weet
niet waar we naar toe gaan want ik vind de gehele economische toestand
niet erg hoopgevend. Het besturen van een gemeente wordt hoe langer
hoe meer gecompliceerd en moeilijk en de buitenwacht begrijpt dat niet
altijd. Die begrijpt niet waarom op een zeker ogenblik bepaalde voorzie-
ningen niet kunnen worden getroffen. U alleen weet, uiteraard niet zo
goed als de leden van het college, hoe moeilijk het is om te bereiken wat
men wil bereiken. Maar toch hebben we in de afgelopen vier jaar tamelijk
veel bereikt. Ik denk daarbij aan de bestemmingsplannen Glip II en
Kerklaan-Van Merlenlaan; aan de vele maatregelen op verkeersgebied;
de bouw van het zwembad, in deze zittingsperiode ten uitvoer gebracht;
het instructiebad; het politiebureau; de bouw van woningwetwoningen; de
aankoop van gronden; verkoop van grond voor bejaardenhuizen, het is zo
ongelooflijk veel wat toch nog in die vier jaar tot stand is gebracht. Ik
wil u allen dank zeggen voor het werk dat ge gedaan hebt, de meesten
uwer met hart en ziel, en u danken voor de tijd die u daarvoor beschikbaar
hebt willen stellen. We leven nu eenmaal in een tijd waarin het erg
moeilijk is mensen te vinden die zich voor het gemeentelijke leven
willen inzetten. Het raadslidmaatschap is een zeer bijzondere functie. Ik
ben u dankbaar dat u zich daarvoor beschikbaar hebt gesteld. Ik dank u
voor uw medewerking aan het behouden van een prettige sfeer in onze
vergaderingen. Zeker, we hebben ook wel eens boze woorden tegen elkaar
gezegd, God zij dank, want het behoeft toch niet altijd een vervelend
theekransje te zijn, er mag wel eens met de vuist op tafel worden
geslagen, waarom niet. En als men weggaat geeft men elkaar weer de
hand. De meningen zijn wel eens verdeeld, men raakt geëmotioneerd en
dan bots het wel eens, maar als het ging om iets belangrijks dan vond men
elkaar toch altijd weer.
Dan dames en heren, ge had niet anders van mij verwacht, moet ik
stilstaan bij het feit dat 8 uwer dit college gaan verlaten. Acht jaar
geleden namen ook 8 leden afscheid en toen werd er gezegd dat dit wel
nooit meer zou voorkomen. Dat doet zich dus na 8 jaar nog eens voor.
Van de raadsleden die ik indertijd bij mijn installatie mocht ontmoeten,
blijven er nog maar twee over. De tijd gaat door, het werk gaat door, de
gemeente Heemstede groeit uit en bloeit en er komen nieuwe mensen die
haar leiden. Het is voor enkelen uwer niet prettig om afscheid te nemen.
Ik wil niet zozeer attenderen op ieders persoonlijke bijdrage in het bestu-
ren van deze gemeente. Ik moet ergens een scheiding aanbrengen. Ik wil
dan beginnen met diegenen die het kortst raadslid zijn geweest, n.l. de
heren Brandsma, Frets, Minderop en Gregory, de laatste slechts 2 jaar.
Ik moge u zeer hartelijk danken voor de tijd die ge aan het raadswerk