217
1 september 1966
we dat nu eens heel eerlijk zeggen en u en ik hebben vaak de degens
gekruist. Maar wat u hebt gepresteerd is ook iets buitengewoons. In de
jaren vôör 1950 heb ik u natuurlijk niet meegemaakt. U was oorspronkelijk
in dienst van de gemeente Heemstede als le plantsoenarbeider. In 1946
hebt u ontslag genomen en toen bent u lid van de raad geworden. U hebt
zitting gehad in de commissies voor de bedrijven en het georganiseerd
overleg en steeds op de bres gestaan voor de kleine man. Ik heb alle
eerbied voor het werk dat u verzet hebt. Ik ben intens blij dat u de kroon
op uw loopbaan hebt gekregen, en dat geldt ook voor de heer Bekker, door
uw benoeming tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Dat was goed
en die onderscheiding hebt u ook voornamelijk te öanken aan het werk
dat u voor onze gemeente hebt gedaan. Er is een tijd van komen en een
tijd van gaan. De heer Kooijmans schijnt gezegd te hebben: voordat men
spreekt van „die oude sok" ga ik weg. Wij hadden graag gehad dat u
zich nog verkiesbaar had gesteld, maar daar mag ik mij niet mee be-
moeien. Maar u beiden als twee notoire deskundige en geachte raadsleden
moge ik zeer bijzonder danken voor hetgeen u hebt gedaan.
Meneer Van der Linden, u bent de nestor van de raad en u bent bijna
40 jaar lid van de raad van Heemstede. Wat er in die 40 jaar is gebeurd
is onnoemelijk. Dat hebt u allemaal meegemaakt. Heel veel maatregelen
op sociaal gebied zijn getroffen omdat de heer Van der Linden daarvoor
pleitte. U bent een zeer bijzonder mens. Ik weet dat het u veel pijn doet
dat u weggaat. Maar al te goed te begrijpen! Het raadswerk is een stuk
van uw leven geworden. Goed, daar praten we misschien later nog wel
eens over. Ik ga er verder niet op door. Het gemeentebestuur heeft ge-
meend ook u een cadeau te moeten geven. Het is wel een klein pakje, maar
we geven er een oorkonde bij. De raad heeft n.l. het volgende besluit
genomen:
no.107. Toekenning erepenning der gemeente.
(De voorzitter leest het besluit voor).
Het applaus van de Raad, meneer Van der Linden, bevestigt dat de Raad
ten volle instemt met de grote eer die u ten deel valt. Er zijn nog niet
zo heel veel gouden penningen toegekend. Dit is het hoogste wat de
gemeente u kan geven. U hebt dat verdiend, want u hebt het beste van uw
leven gegeven aan de gemeente Heemstede. Moge dit een beetje de pijn
vergulden dat u weggaat. U komt in het ereboek te staan met een mooie
foto en u behoort tot de uitverkorenen die deze penning verdiend hebben.
Hartelijk gelukgewenst." (applaus).
Wethouder Bekker zegt:
„M. d. V. Wanneer ik enkele woorden tot u en de raad ga richten om
u te danken voor uw vriendelijke woorden van zoëven en om officieel
afscheid van de raad te nemen, dan moet ik daar natuurlijk mijn eigen
fractie van uitsluiten omdat het vanzelfsprekend is, en u hebt dat natuur-
lijk al terecht veronderstelt, dat het aftreden van een wethouder een punt
van bespreking uitmaakt in de fractie en dat dat afscheid in de eerste
plaats geschiedt in die vertrouwde sfeer. Ik kan niet veel zeggen op
datgene wat u tot mij hebt gezegd. Ik ben u erkentelijk. Ik heb 4 moeilijke
maar ook 4 heel mooie jaren meegemaakt en het is vanzelfsprekend dat
men bij een gelegenheid als deze even terugblikt. Ik hoef daar niet veel
van te zeggen omdat u dat al hebt gedaan met betrekking tot het grond-
bedrijf en de energiebedrijven. Ik zou alleen nog willen zeggen dat ik de
dames en heren hartelijk dank voor de wijze waarop ze mij in deze vier
jaren zijn tegemoet gekomen, waarop zij mij gelegenheid hebben gegeven
mij in de materie in te werken, waarin ik dan blijkens de vriendelijke
woorden van de voorzitter ook ben geslaagd. Ik dank vanaf deze plaats