2e afd. oktober 1966 1 18
VOORLOPIGE VASTSTELLING BEDRAG UITGAVEN OVER 1965
VOOR OPENBAAR KLEUTERONDERWIJS
IN VERBAND MET VIJFJAARLIJKSE AFREKENING.
De Raad der gemeente Heemstede;
overwegende, dat ingevolge het bepaalde in artikel 47 der Kleuteronder-
wijswet voorlopig behoren te worden vastgesteld de bedragen welke d
gemeente in het kalenderjaar 1965 voor de openbare kleuterscholen h
uitgegeven ter bestrijding van de kosten, bedoeld m artikel 38 °nder h e
van genoemde wet, zijnde de exploitatiekosten per lokaal en onder tot
en met 1 van genoemd wetsartikel, zijnde de exploitatiekosten per kleuter,
dat tevens voorlopig behoort te worden vastgesteld het bedrag van de
daarvoor over 1965 van rijkswege beschikbaar gestelde bedragen, alsmede
van het verschil tussen het totaal bedrag der uitgaven en dat van de rijks-
V8datevoîgens artikel 47, tweede lid, van genoemde wet thans tevens voor-
lopig moeten worden vastgesteld de op het afgelopen tijdvak van vijf jaren
betrekking hebbende bedragen, bedoeld in genoemd tweede ha;
overwegende, dat in 1965 ten behoeve van het openbaar kleuteronder-
wijs de navolgende uitgaven zijn gedaan:
voor do lokâlcn 71
onderhoud schoolgebouwen J 00 «70 07
veriichting, verwarming en schoonhouden oo'kt
grond- en straatbelasting en dijk- en polderlasten
Totaal 30.274,35
voor dekleuters:
onderhoud, schoolmeubelen, ontwikkelingsmatenaal, hulp-
middelen en schoolbehoeften V"","" 1-233,Z8
aanschaffing van ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen
en schoolbehoeften JyjV' J?
bezoldiging en sociale verzekering helpsters iz.yb3,b4
andere uitgaven ter verzekering van de goede gang van
het onderwijs
te vermeerderen met administratiekosten Ib/,ou
M Z.Züi,oZ
Totaal 20.702,13
overwegende, dat de rijksvergoeding over 1965 is gebaseerd op een be-
drag van 1.435,per lokaal en van 18,30 per kleuter;
dat het aantal over genoemd jaar voor rijksvergoeding in aanmerkmg
komende lokalen 12 y2 bedraagt en dat het gemiddeld aantal kleuters voor
het openbaar kleuteronderwijs over 1965 moet worden gesteld op 305;
gelet op de bepalingen van de Kleuteronderwijswet;
BESLUIT:
A. ten aanzien van het jaar 1965 voorlopig vast te stellen:
I. het bedrag, dat de gemeente werkelijk heeft uitgegeven
ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 38 onder
h en i der wet, op 1 30.274,35
II. het bedrag, dat van rijkswege voor de onder I genoem-
de uitgaven aan de gemeente beschikbaar is gesteld op
12V2 x f 1.435,17.937,50
III. het bedrag, dat de onder 1 vermelde uitgaven meer be-
dragen dan de onder II genoemde rijksvergoeding, op /12.336,85
is 986,94 per lokaal.