24 november 1966
291
degene die dit nrtikel moet toepassen of anderen Als er een beslissing
moet worden genomen wie mag dan de wet interpreteren
De heer Verkouw: ,1" hebt een klein college staatsrecht willen geven.
Maar ik dacht, dat als er één in deze raad is die altijd opkomt voor wat
de bevoegdheden zijn van de raad, van het college van burgemeester en
wethouders en van de burgemeester, en dat men deze bevoegdheden heeft
te eerbiedigen
De voorzitter: ,,Bent U dat?"
De heer Verkouw: „Ik meen dat ik dat ben."
De voorzitter: „Dat heb ik voor de radio gehoord."
De heer Verkouw: „Als u goed geluisterd hebt had u dat kunnen horen.
Er kunnen momenten zijn, dat de raad voor een bepaald besluit staat en
dan zegt u: dames en heren, de beslissing is aan u, maar..."
De voorzitter: ,,Dan moet de raad blijven op het terrein des raads."
De heer Verkouw: „Maar dan zegt u als voorzitter: dames en heren u
staat voor een belangrijke beslissing. Voordat u die neemt en dan komt
de waarschuwende vinger dient u te bedenken, dat u m.i. ten onrechte
gebruik maakt van uw bevoegdheid die u krachtens de wet is gegeven
Welnu, thans is het andersom, wij zeggen: meneer de burgemeester u hebt
een bepaalde bevoegdheid krachtens de wet."
De voorzitter: „Dat staat hier zwart op wit."
De heer Verkouw zegt dat de raad die bevoegdheid niet aantast, maar
naar de mening van de raad heeft de burgemeester die bevoegdheid op een
te ruime wijze geïnterpreteerd anderen hebben gezegd misbruikt, maar
spreker heeft dat woord niet gebruikt met alle gevolgen van dien Spre-
ker heeft in zijn betoog onmiddellijk gezegd, dat hij het Koningshuis, de
Komnklijke familie, er buiten wil laten. De burgemeester kan dan zeggen
dat spreker het zich gemakkelijk maakt, maar hier is al zoveel over ge-
zegd door de heren Rücker, Willemse en Scheer spreker zou daar dol-
graag op willen antwoorden want hij meent dat er nog heel veel dingen
°ver te zeggen zijn dat spreker het hierbij maar wil laten. Spreker zegt
nogmaals, dat de raad ten volle achter deze motie kan staan en het
woord is nu aan de raad.
De heer Rutgers heeft van de burgemeester in diens verdediging van
zijn standpunt, een punt vernomen dat hij graag nader toegelicht zou
willen hebben. De burgemeester zegt n.I„ dat hij aan de exploitant van het
Mmerva-theater heeft gezegd, dat hij als voorwaarde voor het verlenen van
de vergunning stelde, dat niet gesproken zou worden over de Koningin of
de Leden van het Koninklijk Huis en ook niet over de monarchie.
De voorzitter,,Over de monarchie heb ik niet gesproken."
De heer Rutgers: „Dat is dus een vergissing van de burgemeester. Dan
is dat punt uit de wereld geholpen."
Spreker wil een paar punten nogmaals onderstrepen. In de eerste plaats
wil spreker zich, met de heer van Wijk, distanciëren spreker heeft dat
in eerste instantie ook al gedaan van de wijze waarop in verschillende
cabarets gesproken is over het Koninklijk Huis. Spreker wenst dat uit-
drukkelijk te doen. Hij kan n.l. niet aan één fractie in deze raad het prero-
gatief laten dat zij bij uitstek monarchaal is. Spreker wenst dus te stellen
dat zijn partij monarchaal is en dat uitdraagt en dat zij zich uitdrukkelijk
distancieert van de wijze waarop in verschillende cabarets en op andere
plaatsen nog veel erger, maar dat doet er nu niet toe gesproken wordt
°ver het Koninklijk Huis. Dat neemt niet weg spreker wil hetgeen hij
m eerste instantie daarover heeft gezegd verduidelijken dat spreker in