■41 WM 24 november 1966 293 dig gehandeld. Spreker heeft het volle vertrouwen in het nederlandse publiek en zeker in het publiek dat het cabaret bezoekt, dat het weet wat mooi of niet mooi is. De Heemstedenaren zijn zeker in staat dat te beoor- delen. De burgemeester hoeft de heemsteedse openbare orde niet te be- schermen tegen Sieto Hoving of welke cabaretier dan ook. Dat is bepaald onnodig. Dat wil hij ook niet, hij wil een daad stellen en daar gaat het om. Daartegen blijft spreker bepaald bezwaar maken. Spreker heeft min of meer toevallig nog geen motie ingediend, maar hij mag het nog wel doen. Vanuit hetgeen spreker nu gezegd heeft, zou hij graag in de motie van de heer Verkouw een aanvulling en wijziging willen aanbrengen. In de eerste plaats om hetgeen de heer van Wijk heeft gezegd. Spreker wil met de heer van Wijk voorkomen dat de cabaretiers zouden kunnen zeggen: „zie je wel, de raad van Heemstede vindt wat wij doen mooi". Zo is het niet. Spreker zou daarom het standpunt van de burge- meester in het algemeen met begrip willen tegemoet treden en in de motie van de heer Verkouw de zinsnede willen invoegen: „dat de raad met volledig begrip voor het standpunt van de burgemeester, dat ver- scheidene uitlatingen in openbare voorstellingen van enige cabaretiers in den lande met betrekking tot het Koninklijk Huis, de grenzen der betame- lijkheid overschrijden." De voorzitter: ,,Dat kan niet, want dat is niet het standpunt dat ik voorsta. Dat kunt u nooit opnemen in deze motie. Dat is veel te beperkt." De heer Rutgers: „Uw standpunt is toch dat het de grenzen der betame- lijkheid overschrijdt." De voorzitter: ,,De grenzen overschrijdt Nog veel erger." De heer Rutgers: ,,Ik mag toch mijn eigen redactie maken?" De voorzitter: „Ja, maar u haalt mijn mening onjuist aan." De heer Rutgers zegt, dat hij in de eerste plaats tot uitdrukking wil brengen dat hij begrip heeft voor het standpunt van de burgemeester. In de tweede plaats wil hij tot uitdrukking brengen dat de burgemeester door zijn bevoegdheid te overschrijden, détournement de pouvoir pleegt, maar wanneer de burgemeester zijn bevoegdheid niet overschreden zou hebben dan nog vindt de spreker de maatregel van de burgemeester onverstandig. Het gevolg zal zijn dat cabaretiers waarschijnlijk in Heemstede niet meer zullen optreden. Dan zal men in Haarlem gaan kijken. Bovendien zal het voor de heren cabaretiers heel gemakkelijk zijn een aanknopingspunt met het Koninklijk Huis te vinden in het feit, dat ze niet meer in Heemstede mogen optreden; of ze treden wel in Heemstede op en spreken niet recht- streeks over de Leden van het Koninklijk Huis, want via de burgemeester kunnen ze dat op een heel eenvoudige wijze omzeilen, en spuiten toch hun vuil; of ze doen dat buiten Heemstede. De omstreden voorwaarde is voor het gestelde doel ongeschikt, integendeel, de burgemeester geeft hier een wapen in handen van de tegenstander, dat als een boemerang zal werken. Spreker vindt het een onmogelijk idee dat in Heemstede de normale caba- rets niet zullen optreden. Hij heeft de vorige week nog in Heemstede het cabaret van Seth Gaikema bezocht en hij vraagt zich vol verbazing af, waarom de burgemeester aan die cabaretier ook niet de bewuste voor- waarde heeft gesteld. Waarom mocht Seth Gaikema toen wel komen en waarom mag dan plotseling een week daarna Seth Gaikema niet meer terugkomen. Spreker vindt het allemaal een onmogelijke toestand die de burgemeester hier schept en dat doet de burgemeester alleen, zoals hij zelf heeft gezegd, om een daad te stellen en te pogen het normbesef te aktiveren, hetgeen echter hier niet in discussie behoort te zijn, want de burgemeester moet het openbaar gezag handhaven. Het openbaar gezag wordt in Heemstede, ook door de burgemeester, op het ogenblik zeer goed gehandhaafd; het wordt niet geschonden en om het te handhaven heeft de burgemeester de gewraakte daad niet nodig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 15