296 24 november 1966 taar op de maatregel van de burgemeester, heeft gezegd: „Is preventieve censuur eigenlijk wel verenigbaar met de democratie?" Voor haar fractie is dat geen vraag. Zij vindt preventieve censuur niet verenigbaar met de democratie. Haar fractie is van mening, dat artikel 221 van de gemeente- wet dan ook in wezen strijdig is met de grondwet. Er zijn staatsrechtge- leerden die er precies zo over denken. In de Tweede Kamer is het nog nooit zo ver gekomen dat dit artikel geschrapt is, maar misschien kan dat in de toekomst, juist door wat hier allemaal gebeurt, inderdaad nog wêl gebeuren. Als de burgemeester nu, volgens haar fractie, van dit artikel een juist gebruik had gemaakt, dat wil dus zeggen dat hij de tekst van de heer Hoving tevoren zou geiezen moeten hebben en dan had gezegd dat een bepaalde passage hem reden geeft om te denken dat de openbare orde zal worden verstoord en die passage daarom geschrapt moet worden, dan had haar fractie dat, zij het tandenknarsend, aanvaard en dan had zij niets kunnen zeggen. Maar dat heeft de burgemeester niet gedaan. Haar fractie stelt dus, dat wat de burgemeester heeft gedaan juridisch onmoge- lijk is. Spreekster wil aantonen wat de consequenties zijn als, wat de burgemeester gedaan heeft, juridisch mogelijk was. De burgemeester heeft nu, natuurlijk, het Koninklijk Huis genomen. Hij had ook heel iets anders kunnen nemen. Hij had b.v. een toneelstuk kunnen zien waarin naar zijn gevoel veel te veel sex voorkwam. De burgemeester zou zich hebben ge- ergerd en aan het eerste het beste toneelgezelschap dat in Heemstede zou komen spelen, met b.v. de Gijsbrecht van Aemstel, de voorwaarde heb- ben gesteld: geen sex op het toneel. Een toneelleider die zichzelf respec- teert wenst geen censuur te aanvaarden en zou er niet meer over denken om in Heemstede de Gijsbrecht van Aemstel te komen spelen, ook al zit daar geen druppeltje sex in. Als de burgemeesters dit consequent zouden doorzetten, zouden de schouwburgen wel gesloten kunnen worden. In Heemstede zou dan nog alleen het Aerdenhouts Kindertoneel voor een uit- voering in aanmerking komen. Dit betekent eigenlijk dat de burgemeester een cultuurdictatuur zou uitoefenen. Haar fractie vindt die in deze vorm volledig onaanvaardbaar. De burgemeester heeft zich een uitdrukking ver- meten die als kop in een of andere krant stond, n.l.: „Tengels af van ons Koningshuis". Spreekster neemt de vrijheid dezelfde uitdrukking te ge- bruiken: „Tengels af van de democratie en de vrije meningsuiting". De voorzitter wil even ingaan op hetgeen de heer Rutgers naar voren heeft gebracht. Hij heeft gezegd, dat hij wel voor een grapje voelt en een satire ook wel toelaatbaar acht, ook als het Koningshuis daarin is be- trokken. Spreker vindt dat een zeer gewaagde stelling. Waar is de grens? Mevr. Cohen heeft zojuist ook al gevraagd waar de grens ligt! Spreker wil eerst nog een misverstand wegnemen. Hij heeft de vergun- ning dus de voorwaarde gesteld dat er niet gesproken zal worden over het Koningshuis en deszelfs Leden. Waarom heeft spreker dat gedaan? Omdat hij geen bepaalde grens wilde stellen. Spreker had kunnen stellen dat geen beledigende teksten, geen... en noemt u maar op, zouden worden gebruikt. Een grens is eigenlijk niet te stellen want dan loopt men de kans iets te verbieden dat anderen toelaatbaar achten. Daarom heeft spreker gezegd, nee, in dit geval geen risico lopen. Spreker heeft duidelijk de bedoeling gehad dat dit ook voor de toekomst zal gelden. De raad gaat er nu van uit, dat spreker deze voorwaarde in deze bewoordingen als aan de heer Hoving gesteld, zou blijven stellen. Deze garantie zal spreker blijven eisen, maar er is natuurlijk ook een tweede mogelijkheid. Spreker kan zich voorstellen dat men deze garantie niet wil geven, maar dan heeft spreker de bevoegd- heid de tekst ter lezing op te vragen. Dan zou het kunnen zijn, meneer Enschedé, dat bepaalde cabaretiers een tekst hebben waarvan spreker zegt: die is goed, niets op aan te merken of een tekst waarin in plaats van een sneer iets gezegd wordt dat de mensen een hart onder de riem bindt, zodat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 18