24 november 1966
301
De voorzitter deelt mede, dat de commissies voor openbare werken en
voor volkshuisvesting zich hiermede kunnen verenigen.
Mevr. Cohen kan zich met het voorstel als zodanig geheel verenigen. In
de commissie heeft zij de vraag gesteld of het niet mogelijk is om een
uitweg te maken voor de bewoners van dat kleine stukje weg achter
„Nieuw Unicum" aan de Herenweg, nu de bewoners door dit plan hun
uitweg dreigen kwijt te raken. Spreekster heeft toen in de commissie ge-
hoord, dat Haarlem inderdaad het plan heeft, niet om daar een kleine
wandelweg te maken, maar een grote weg voor volledig verkeer, welke
weg dan uitmondt op de Herenweg tussen de verkeerslichten van de weste-
lijke randweg en het grote kruispunt. Spreekster vraagt, waar de verkeers-
situatie op Heemsteeds grondgebied al zo ontzettend moeilijk is en door
deze wegaanleg nog meer verzwaard zal worden, hoe het mogelijk is dat
deze zaak niet in het intergemeentelijk overleg is behandeld. Is het niet
mogelijk dat alsnog te doen en na te gaan of daar een aanvaardbare veilige
oplossing voor het verkeer kan komen
Wethouder van Wäjk antwoordt, dat hij nog getracht heeft precies na te
gaan hoe die zaak ligt. Haarlem heeft wel de toezegging ter plaatse een
uitweg op de Herenweg te mogen maken, maar moet met voorstellen
komen om dat op een zodanige wijze te doen dat die uitweg het minste
gevaar oplevert. Haarlem heeft diverse plannen in dit opzicht maar nog
geen van deze plannen is door de Rijkswaterstaat aanvaard. Het schijnt
dus wel zo te zijn dat daar een weg mag komen. Burgemeester en wethou-
ders stellen zich voor, dit verder met Haarlem op te nemen teneinde na te
gaan, in de eerste plaats of die weg er moet komen, en als dat zo is waar
en hoe, en welke veiligheidsmaatregelen dan moeten worden getroffen. Dit
moet inderdaad in overleg geschieden met Haarlem.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
IX. KREDIET VOOR VERNIEUWING RIOLERING EN WEGEN IN
LEEUW EN HOOFT (TWEEDE GEDEELTE
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
141. Vernieuwing riolering en wegen Leeuw en Hooft (tweede gedeelte)
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
De heer van der Hulst zegt, reeds in de commissie voor openbare werken
zijn waardering voor dit plan te hebben uitgesproken. Over één punt van
deze zaak is door spreker in de afdelingsvergadering een vraag gesteld.
Spreker zal daar dus verder niet op ingaan. Hij wacht eerst het antwoord
van burgemeester en wethouders af. In de commissie zijn diverse detail-
punten besproken, waar spreker hier niet op in zal gaan. Voor één punt
iieeft spreker toen bijzondere aandacht gevraagd en dat zou hij hier toch
nog eens willen doen. Het gaat n.l. om punt 3, laatste regei, handelende
over de verbreding van de klinkerverharding van 4 tot 5 meter in het
zuidelijk gedeelte van het A. van Ostadeplein. Daardoor wordt het trottoir
ter plaatse 2 meter breed. Dat is echter nu juist het enige punt in die
wijk waar een flinke stroom voetgangers passeert. Spreker zou openbare
werken en de wethouder willen vragen om dit punt nog eens nader te
bezien in die geest, of het niet mogelijk is om het plantsoen iets te ver-
kleinen.
De heer Scheer merkt op, dat de punten 5 en 7 uitdrukkelijk spreken van
respectievelijk het vervallen van de oostelijke rijbaan van het J. M. Mole-