24 november 1966
281
Antwoord van de burgemeester
1. vraag 1 wordt bevestigend beantwoord met dien verstande dat niet de
vergunning afhankelijk is gesteld van het nakomen van de eis dat' er
m het cabaret geen teksten over de Koningin of het Koninklîjk huis
mogen voorkomen maar de vergunning werd verleend onder voor-
waarde dat zulks niet zou geschieden.
2. Ook bij nadere overweging ben ik niet van mening dat:
a. deze voorwaarde in feite neerkomt op het uitoefenen van censuur
juist omdat de mhoud van het programma bij het nemen van dê
beshssmg geen rol heeft gespeeld.
b. geweld wordt gedaan aan de „bedoeiing" waarmede de desbe-
treffende artikelen m de politieverordening zijn opgenomen, omdat
de bevoegdheïd tot het stellen van voorwaarden wordt ontleend aan
artikel 221 der gemeentewet, en de desbetreffende bepalingen in de
politieverordening daarvan een uitwerking zijn.
snrDIPh.eeL,Ve/k°vUW Wl1 al'ereerst sra&g een woord van erkentelijkheid
spreken dat de burgemeester bereid is gevonden de door hem gestelde
te bea"twoorden- De burgemeester had zich ook op het strikt for-
standpunt kunnen stellen dat hij, wat de onderhavige kwestie betreft
6ank v.erantwoording aan de raad schuldig is. Eveneens een woord van
df ,de bufg-emecster de raad in de gelegenheid wil stellen er het
cn mt nf zeggen. Maar ook woorden van dank hebben ergens hun einde
en dit moment îs dan nu g'ekomen.
Spreker stelt er prijs op, wellicht ten overvloede, voorop te stellen dat
fractleer niet °P Ult is van het punt dat thans in bespreking is en wat
zoveel emotionele en gevoelige kanten heeft, een rel te maken. Spreker zou
v^k°r^^W0r,P 611 dat Z°U hij dan graag willen onderstrepen op een
vo komen zakelijke wijze en voorai vanuit staatsrechtelijk oogpunt gezien
willen benaderen. Het antwoord van de burgemeester heeft spreker gesterkt
m zijn aanvankelijke overtuiging, dat de burgemeester door zijn handel-
wijze van zijn bevoegdheid hem in artikel 221 der gemeentewet gegeven
hevoegdheid die spreker als zodanig niet betwist, gebruik heeft ge-
maakt op een w!jze die zoal niet formeei dan toch zeker niet met de gefst
van dat artikel m overeenstemming is te brengen. Volgens artikel 221 2e
d, van de gemeentewet waakt de burgemeester tegen het doen van met
°Pent)are orde of zedelijkheid strijdige vertoningen. Dat het subiectieve
oordeël van de burgemeester bij de toepassing van dit artikel een rol kan
hti spelen' 1S a weer een zaak 1116 sPreker niet wil aanvechten, al moet
hij hieraan onmiddellijk toevoegen dat hier allerlei gevaren dreigen Naar
SJsnhhe™8r, dpkan eT burfenleester echter eerst dan waken en oordelen
ais mj van de mhoud van het programma dat gebracht zal worden heeft
kenmsgenomen. Zonder echter deze inhoud te kennen heeft de burgémees-
Wnd^evpnwpi' ant Van het Minerva"Theater de vereiste vergunning ver-
evenwel onder voorwaarde, dat er in het programma geen teksten
over de Koningin of het Koninklijk Huis mochten voorkomen. Dit heeft tot
gevolg gehad dat de voorstelling niet heeft plaatsgevonden. Volgens het
Haarlems Dagblad van zaterdag 19 november j.l., heeft de burgemeester
gestelT^ihft h-6Hk hd' fIat hlj aan Sieto Hovin& gcen enkele eis heeft
teid, dat lnj de cabaretier en zijn cabaret niet kent en dat hij niet weet
er teksten over de Koningin of het Koninklijk Huis in zijn programma
voorkomen. Niettegenstaande dit laatste heeft de burgemeester de ver-
gunmng verleend onder de zoëven geciteerde voorwaarde. Het is hier-
Lfpf- sPrekers bezwaar is gericht. Weliswaar heeft de burgemeester
later m een interview opgemerkt dat Sieto Hoving soms de Kroon (niet te
verwarren met de Konmgrn) en de grondwet in zijn programma opneemt
maar deze wijsheid had de burgemeester niet ten tijde van het nemen van