kaË&SSW mt
308 24 november 1966
In deze nieuwe wijk zijn de straten vrij smal. Het autobezit breidt zich
geweldig uit, zodat de straten met vele geparkeerde auto's geen goed speel-
terrein voor de kinderen zijn. Natuurlijk is er een aantal ouders dat privé
een zandbakje in de tuin heeft; niets belet ze om dat te doen, maar aan de
andere kant is het ook zo, dat ouders die dit niet mogelijk achten ook erg
graag hun kinderen in een zandbak hebben. Het voordeel is ook dat kin-
deren uit de gehele wijk met elkaar spelen waarvan een enorme opvoe-
dende kracht uitgaat.
De heer Willemse zou een stukje bush bush het mooiste vinden, maar op
die gedachte is hij alweer teruggekomen. Dat zou op z'n plaats zijn b.v. in
Groenendaal, de Kennemer Duinen enz. Maar spreekster gelooft toch ook
dat de bewoners van deze wijk er wel prijs op stellen dat het aanzien van
de buurt een beetje vriendelijk en aardig is. Spreekster gelooft niet dat
men er goed aan zou doen om van deze terreintjes een soort bush bush
te maken.
De heer Willemse heeft voorts gevraagd op één speelterreintje geen
speelwerktuigen te plaatsen. Spreekster is echter van mening dat de
kinderen die willen knikkeren of tollen of hinkelspelletjes willen doen,
daarvoor evengoed op speelterreinen met speelwerktuigen terecht kunnen.
Het is zelfs heel aantrekkelijk voor grotere kinderen om met rolschaatsen
om deze speelwerktuigen heen te zeilen.
Deze zaak is door de speeltuincommissie heel ernstig bekeken. De com-
missie heeft ook overwogen om één terreintje helemaal grasland te maken
om als trapveldje te gebruiken, maar, zoals mevr. Gaasterland al opmerkte,
deze terreintjes achtte de commissie daarvoor te klein en de ballen zullen
zeer beslist in voortuintjes en ramen terecht komen en dan voorziet
spreekster nog geen eind aan de ellende hierover.
Het al of niet plaatsen van zandbakken is altijd een beetje een emo-
tionele zaak. Bij iedere kleuterschool, waar men toch de deskundigen heeft
die bepalen wat een kind op jeugdige leeftijd nodig heeft, is een zandbak.
Men vindt dit voor deze kinderen psychiseh een zeer belangrijk goed.
Spreekster wil niet beweren dat zij verstand heeft van psychologie, maar
zij gaat in dit geval af op de oordeel van de besturen van de kleuterscholen,
die in dezen geadviseerd worden door mensen die hiervan verstand hebben,
en die wel zandbakken willen. Het uitstuiven van het zand hoort min of
meer tot het verleden. Vroeger waren de bakken vierkant, waardoor in-
derdaad bij wind het zand eruit stoof. Bij de moderne bakken, die een
ronding hebben, heeft men daar veel minder last van. Wat het bevuilen
van de zandbakken betreft, verwacht spreekster dat, als er ouders zijn die
constateren dat er wel eens een poes in de zandbak komt om er wat anders
te doen dan te spelen, zij 's avonds even een net of een stuk plastic ver-
zwaard met een paar stenen over de zandbak heen moeten trekken. Spreek-
ster meent deze verantwoording wel op de schouders van de ouders van
jonge kinderen te kunnen leggen.
Het aantal kinderen dat van de speelterreinen gebruik zal maken is erg
moeilijk te bepalen. Vandaag zijn het er misschien 40 en morgen zijn het
er 50. Spreekster durft het niet aan om te vragen hoeveei kinderen er over
5 jaar in deze wijk zullen zijn. Spreekster kan op die vraag dus geen
antwoord geven en geen enkele enquête omtrent dit punt zal een juiste
uitslag geven. Dat aantal is nu eenmaal wisselend in een wijk met jonge
gezinnen.
De heer Scheer meende dat er geen belangstelling voor een speeltuin
in de Glip was. De heer Scheer heeft blijkbaar de gang van zaken met
betrekking tot de opheffing van de oude speeltuin niet gevolgd. De bewo-
ners van de Glip waren zeer enthousiast over de toen bestaande speeltuin.
Het comité is zelfs met het hoofdbestuur van de bond van speeltuinver-
enigingen een aantal keren bij spreekster geweest om te vragen of die
speeltuin behouden kon blijven. Dat kon echter niet omdat de speeltuin