310
24 november 1966
kinderen net zo blij mee zijn als met speelwerktuigen. Indertijd is al eens
gesproken over een brandweerauto, zoals die in Hilversum werd neergezet.
Dat zou heerlijk zijn voor de kinderen om die af te breken, maar dat is
natuurlijk onzin, want als de auto eenmaal afgebroken is kun je er verder
niet zo erg veel mee doen. Het is inderdaad heel jammer dat de straten in
de Glip II veel te smal zijn en toch zullen de kinderen daar ook op straat
spelen.
Mevr. Gaasterland is het met de wethouder eens dat het prachtig is dat
deze speelplaatsen er komen. Wat die enquête betreft (enquête is een beetje
groot woord) spreekster weet niet welke dame mevr. Vriesendorp op het
oog heeft, maar in ieder geval heeft spreekster de mensen niets in de
mond gelegd. Als die betreffende mevrouw aan mevr. Vriesendorp een
ander oordeel geeft dan aan spreekster, dan pleit dat niet voor die me-
vrouw. Dat kan echter niet op spreekster worden afgewenteld.
Wat de zandbakken betreft zou spreekster er toch nog bij de wethouder
op willen aandringen deze kwestie nog eens goed te overdenken. Spreekster
gelooft dat de wethouder te optimistisch is wat betreft de zorg die de
ouders hieraan zullen besteden. Spreekster heeft hier ervaring mee. De
desbetreffende stukken zou de wethouder desnoods kunnen inzien. Vaak is
op de ouders een beroep gedaan om de zandbak af te dekken en om toe-
zicht te houden maar daar is niets van terecht gekomen. In meerdere tuin-
tjes zijn bovendien zandbakken geplaatst.
De heer Willemse heeft begrepen dat het niet mogelijk is een trapveldje
te realiseren bij deze 4 speelterreintjes. Nu gaat het over kleine kinderen
die knikkeren, tollen enz., maar over 3 jaar gaan ze voetballen. De straten
in deze wijk zijn heel erg smal en hoe gaat het met jongens, die willen nu
eenmaal tegen een bal trappen. Spreker hoopt dat er toch nog een moge-
lijkheid gevonden wordt om in de nabijheid van deze wijk een stukje trap-
veld in te richten. Spreker zegt dat niet om waarvan sommige heren
hem verdenken leden van H.B.C. te kweken.
De heer Scheer hoopt mevr. van der Meulen eerlangde notulen te tonen
waaruit blijkt, dat ook tot teleurstelling van de speeltuincommissie, de
belangstelling voor het voormalige speelterrein op de Glip beiangrijk was
afgenomen.
Wethouder mevr. van der Meulen heeft geleerd dat men equêtes alleen
kan laten houden door ervaren enquêtrices, die daarvoor zijn opgeleid.
Spreekster is blij met het getoonde begrip door de heer Willemse, dat
tussen de bebouwing geen trapveldje kan worden ingericht. Spreekster
is zelf ook een groot voorstandster van trapveldjes. Het vinden van een
geschikte plaats voor een trapveldje in die wijk zal haar aandacht hebben,
maa.r de aangrenzende grond is particulier eigendom en het zal niet zo
gemakkelijk zijn om daar een trapveldje los te krijgen. Spreekster zal echt
wel haar best voor doen maar kan niets toezeggen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
Mevr. Vriesendorp en de heer Smit verzoeken aantekening dat zij geacht
willen worden te hebben tegengestemd.
XI. VASTSTELLING PRESENTIEGELDEN VOOR LEDEN VAN DE
RAAD
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
143. Presentiegelden voor leden van de raad.
De heer Rutgers zegt dat de raad sprekers mening over de hoogte van de