24 november 1966 313 geweest, hetgeen buiten het raadhuis heeft plaats gevonden, n.l. de opening van het politiebureau. Men zal zich herinneren dat in de vergadering van 9 oktober 1963 het aanvankelijke krediet van 800.000 nog eens met een ongeveer gelijk bedrag moest worden verhoogd en toen heeft de burge- meester aan het slot van de vergadering gezegd: ,,Het is mij een hart- grondige behoefte de raad voor dit besluit dank te zeggen". Spreker kan niet nalaten dit vanmiddag te zeggen. Hij denkt daarbij in het bijzonder aan het instructielokaal van het politiebureau. Hij hoopt dat er nog eens een ogenblik zal komen dat de raad kan zeggen: ,,meneer de voorzitter, het is de raad een hartgrondige behoefte u te danken voor dit besluit". De voorzitter: ,,Daar heb ik geen behoefte aan." De heer Verkouw: „Nee, maar ik had er behoefte aan om dit te zeggen." De voorzitter: ,,Gaat u niet buiten de orde alstublieft." De heer Verkouw: ,,Ik dacht dat dit toch wel in de sfeer van het politie- bureau lag. Wat de zaak zelf betreft is spreker evenals de heer Hupkes blij, dat van het college een nadere uiteenzetting is ontvangen. Toch zijn er voor spreker nog wel een aantal zaken niet opgelost. Zo is in het voorstel dat geleid heeft tot verhoging van het krediet van 800.000, 160.000 uitgetrokken voor technische installaties. Dat bedrag is nu opgevoerd tot 332.325. Spreker neemt aan dat een bepaalde interne verschuiving van bedragen heeft plaats gevonden. In de derde alinea van hun voorstel schrijven burgemeester en wethou- ders: ,,Een specificatie van dit bedrag is bij de stukken ter inzage gelegd. Hieruit blijkt dat een groot deel van de overschrijdingen o.m. betrekking hebbend op de hogere aanneemsommen van de technische installaties, door ons college tijdig is goedgekeurd." Spreker heeft daarbij de kanttekening geplaatst ,,maar niet door de raad." Spreker weet niet of het als grap was bedoeld, maar één van de leden heeft in de financiële commissie gevraagd wat er gaat gebeuren als de raad dit krediet niet goedkeurt. Toen heeft de wethouder geantwoord, dat het politiebureau dan zou moeten worden afgebroken. Dat is de raad natuurlijk niet van plan. Spreker is niet kinderachtig als het gaat om gemotiveerde overschrijdingen, maar hij denkt nu toch wel aan de uitgaaf die is opgenomen in het overschreden krediet voor het glas in loodraam. Spreker dacht dat een deel van de raad, wanneer hem tijdig het voornemen van burgemeester en wethouders was voorgelegd om dit raam aan te brengen, zou hebben gezegd: ,,alles goed en wel, maar het is nu langzamer- hand welletjes, we hebben al zoveel voor het politiebureau uitgegeven, we moeten de uitgaven wat besnoeien in deze tijd". Die gelegenheid is de raad onthouden. De raad zou natuurlijk dit bedrag kunnen afvoeren en dan zouden burgemeester en wethouders, op grond van de gemeentewet, aan- sprakelijk zijn en het uit eigen portemonnaie moeten betalen, maar ook daar denkt sprekers fractie niet over. Spreker meende echter dit nog even te moeten opmerken. In hun voorstel schrijven burgemeester en wethouders dat het college hoopt op een bijdrage van het rijk van 635.000. Spreker zou er bij het college op willen aandringen om, nu de zaak bijna rond is, op een spoedige uitkering bij het rijk aan te dringen, dit vooral in verband met de liqui- diteitspositie van de gemeente. De heer van der Hulst is zeer erkentelijk dat de nadere toelichting, waar in de commissie om gevraagd is, zo snel is gegeven. Hieruit is toch weer eens heel duidelijk het onbegrijpelijke optimisme bij de diverse ramingen gebleken. Als spreker ziet, bij gedeelten is in de commissie uitvoerig stil- gestaan, dat men zomaar 40% te laag raamt, dan zijn hier z.i. toch wel bijzondere optimisten aan het werk geweest. Misschien is het voor de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 35