2e Afd. 15 december 1966 Met de aanleg van deze weg, waarvoor het zuidelijk uiteinde van de haven zal dienen te worden gedempt, wordt beoogd tot een betere verkeersafwikkeling rond het Wipperplein te komen. In samenhang met het onder 6 genoemde project zal de reconstructie van het Wipperplein en het aansluitend gedeelte van de Heemsteedse Dreef ter hand worden genomen. Hiervoor en voor de nog in het lopende jaar te hervatten vemieuwing der riolering en de aanleg van parkeerstroken zullen uw raad op korte termijn kredieten worden gevraagd. Uiteraard zullen u met betrekking tot de hierboven onder 1 tot en met 6 genoemde kapitaalswerken in de loop van het begrotingsjaar nog gede- tailleerde voorstellen bereiken. Of al deze werken ook inderdaad gerealiseerd zullen kunnen worden zal mede afhankelijk zijn van het ter beschikking komen van de nood- zakelijke vaste financieringsmiddelen. In dit verband moge er aan worden herinnerd, dat ingaande 4 december 1965 de zogenaamde centrale financiering door de regering werd inge- gesteld, hetgeen betekende, dat de gemeenten uitsluitend vaste geld- leningen kunnen worden verstrekt door de Bank voor Nederlandse Ge- meenten na daartoe verkregen machtiging van de Minister van Binnen- landse Zaken en voor zover de middelen bij die bank toereikend zijn. De bedoeling van deze regeling was de voorziening van de gemeenten met vaste financieringsmiddelen, welke voorziening op grond van de over- spanning op de kapitaalmarkt achter dreigde te blijven bij het lening- plafond veilig te stellen. Het is de Bank voor Nederlandse Gemeenten in de afgelopen tijd niet mogelijk gebleken ter verwezenlijking van dit doel voldoende middelen op de kapitaalmarkt aan te trekken. In het licht van deze situatie richtte de Minister van Binnenlandse Zaken dd. 26 mei 1966 een circulaire aan de gemeentebesturen, waarin werd medegedeeld, dat aan de gemeenten in het kader van de centrale finan- ciering te verstrekken vaste leningen in de eerste plaats dienden te worden benut voor de financiering van onderhanden zijnde werken en voor conso- lidatie van vlottende schuld. Voor nieuwe investeringen zal, zo schreef de bewindsman, zolang de huidige gespannen situatie op de geld- en kapitaal- markt voortduurt, minder kunnen worden beschikbaar gesteld dan aan- vankelijk verwacht werd. Voor wat onze gemeente betreft is het zo, dat sinds de invoering van de hierboven genoemde centrale financiering nog geen machtiging werd verkregen voor het aangaan van vaste geldleningen ondanks daartoe voor de financiering van onderscheidene projecten tot de Minister van Binnen- landse Zaken gerichte verzoeken. De bij uw besluit van 26 augustus 1965 no. 119 aangegane geldlening groot f 2.400.000,— welke in hoofdzaak was bestemd voor de financiering van de kosten van de ombouw op aardgas, is dan ook de laatste, welke door de gemeente kon worden aangetrokken Het zal dan ook geen verwondering wekken, dat de vlottende schuld der gemeente als gevolg van de financiering van de talrijke onderhanden zijnde kapitaalwerken thans tot niet minder dan rond 4% millioen gulden is opgelopen. De hoogte van dit bedrag wordt mede veroorzaakt door de vo°r diverse aankopen van grond, waartoe uw raad in de laatste tijd besloot, benodigde bedragen, welke niet of slechts in bescheiden mate werden gecompenseerd door ontvangsten in verband met uitgifte van gronden voor woningbouw. Vo°r wat de financiering van kapitaalsuitgaven betreft menen wij hoop te mogen putten uit de troonrede van dit jaar, waarin wordt gezegd dat vo°r de financiering van de rijksbegroting 1967 geen beroep op de 'open kapitaalmarkf zal behoeven te worden gedaan, aan welke mededeling de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 2