15 december 1966
363
uitdrukkelijk op wordt gelet. Spreker daeht dat dat een positieve bijdrage
was.
Spreker is ingenomen met de toezegging dat door de commissie voor
de schooltandverzorging weer een actie op het gebied van de tandverzor-
ging wordt ontketend en vooral dat die actie gericht is op de ouders, want
inderdaad moeten die in dit geval het eerst benaderd worden. Spreker
gelooft dat bij het onderwijzend personeel het nut van voorlichting op dit
gebied nog niet helemaal goed is doorgedrongen. Van die kant zou wat
meer gestimuleerd kunnen worden in de richting van de appel en de noot.
De voorzitter verzoekt om hetgeen in eerste instantie niet naar voren
is gebracht niet in tweede instantie te bespreken, want dan komt er geen
einde aan de algemene beschouwingen.
De heer Enschedé: „U hebt gelijk. Het is een beetje rommelig gewor-
den."
Wat het verkeer betreft is spreker het er mee eens dat wij ons geluk-
kig kunnen prijzen dat onze politiefunctionarissen, zoals in de verkeers-
commissie vaak ook blijkt, van een grote deskundigheid blijk geven en
nuchter en reëel de voorzieningen die nodig zijn bepleiten en de voorzie-
ningen die wel eens in een opwelling als gevolg van een bepaald geval
worden bepleit, afremmen.
Over de woningbouw heeft spreker al uitvoerig gesproken. Naar aan-
leiding van de suggestie van de heer Rutgers, verklaart spreker zich gaar-
ne bereid de door spreker opgeworpen vragen voor de bepaling van de ver-
deling van de nog te bouwen woningen, voor zover hij daar tekst van heeft,
aan hen die dat wensen, uit te reiken.
Tenslotte kan spreker natuurlijk niet nalaten iets te zeggen naar aanlei-
ding van hetgeen door de heren van de V.V.D. en de P.v.d.A. over de
politiek en de politieke keuze is gezegd. Het is typerend dat elk jaar
juist deze beide groeperingen het nodig vinden om hun aanwezigheid,
hun bestaansrecht te rechtvaardigen. Die behoefte bestaat bij sprekers
fractie niet. De genoemde partijen lokken op een gegeven moment uit en
zeggen wel eens dingen die zij, naar spreker gelooft, niet helemaal kun-
nen verantwoorden. De heer Rutgers zegt b.v. dat een christelijke partij
reuze gemakkelijk is, omdat men daar alle kanten mee uit kan; het zijn
mensen van goede wille, maar zonder vaste politieke lijn en daarom vaak
opportunistisch. Spreker weet niet wat de heer Rutgers met het woord
opportunistisch bedoelt. Als hij bedoelt dat zij beslissingen kunnen nemen
in een richting die niet tevoren is opgelegd, b.v. altijfl in liberale of socia-
listische zin dan heeft hij gelijk, maar de leden van sprekers fractie kun-
nen bij het nemen van hun beslissingen inderdaad afwegen wat voor de
gemeente van belang is en zich daarbij laten leiden door hun wereldbe-
schouwing. Het lijkt spreker juist een groot goed dat de leden van zijn
groepering een hoge norm hebben waarin zij elkaar altijd kunnen vinden.
Er bestaat inderdaad wel eens verschil van interpretatie, van uitwerking
van bepaalde zaken, maar uiteindelijk is het altijd hun achtergrond die
daar richting aan geeft. Zo goed als velen socialistisch of liberaal kiezen,
zo is er blijkbaar een heel groot deel van de burgers in deze gemeente dat
niet socialistisch of liberaal geregeerd wil worden. Zij willen vertegen-
woordigers die op een gegeven moment vanuit hun beginsel de zaak kun-
nen bekijken, geval voor geval. Dat er behoefte is aan zo'n partij met
levensbeschouwing is zojuist nog gebleken. De heer Verkouw kwam n.l.
met een lang lijstje wensen van de burger. Daar heeft de heer Van Wijk
de vraag tegenover gesteld, wat er door de burger wordt gegeven. Spreker
heeft daar meteen de lering uit getrokken dat ook hij steeds moet be-
denken dat van zijn kant niet alleen wordt gedacht aan vragen maar ook
aan geven.