15 december 1966
367
over op te winden. Goed, wij hebben geen feilloze ministers, gelukkig niet,
maar er zijn ook geen feilloze raadsleden. Het is misschien nog wel inte-
ressant te vertellen dat prof. dr. Witteveen dezer dagen in ,,Economisch
statistische berichten" op de vingers is getikt, omdat hij op de exportdag
heeft gezegd dat ieder procent loonsverhoging extra, 30.000 werklozen
met zich zal brengen. „Hij dient zich wel bewust te zijn, als zorgvuldig
wetenschapsbeoefenaar, dat aan zijn woorden waarde wordt gehecht, woor-
den die berusten op een zonder nadere toelichting aanvechtbaar aandoende
berekening". Vergissingen komen dus overal voor en dat moet men dan
maar op zijn tijd van elkaar nemen. Spreker mag er misschien nog op
wijzen in de nederlandse bladen is daar niet over geschreven dat de
belgische bladen, nadat zij de begroting van Nederland hadden gezien
daar toch wel alle waardering voor hadden, en gewezen hebben op het
feit dat onze staatsschuld belangrijk lager was dan die van België.
Met de heer Rutgers betreurt spreker het dat de heer Smit, waarmee
het overigens allerpleizierigst samenwerken is in de commissies, niet
heeft gezegd: ,,Hier ben ik, dit zijn onze doelstellingen en daar willen we
naar toe". Spreker gelooft dat de goede zaak daarmee een dienst zou zijn
bewezen.
De heer Bomans heeft veel gezegd over de buitenlandse politiek. Spre-
ker zal dat maar laten rusten. De heer Bomans heeft gezegd, dat de vaste
en de vlottende schuld van de gemeente zo hoog is. Spreker zou hem er op
wülen wijzen, dat tegenover deze schuld zeer waardevolle bezittingen
staan, die de heer Bomans ook niet zou willen missen. Als de heer Bomans
s morgens naar zijn kantoor gaat, kan hij over gebaande wegen rijden,
s avonds zijn de straten verlicht, hij wordt beschermd door de politie, en
daar betalen we natuurlijk allemaal iets voor. Dat veriangt de burger, in
casu de heer Bomans, allemaal van zijn gemeente en dan moeten er schul-
den gemaakt worden, moet er geïnvesteerd worden. Daar is niet aan te
ontkomen. Als de heer Bomans kans ziet door verlaging van belastingen
en het schrappen van uitgaven de gemeente een diénst te bewijzen, dan is
spreker zeer benieuwd dit te horen.
De heer Bomans wil graag antwoorden op de vragen van de heren Ver-
k°uw en Rutgers om de uitgangspunten van zijn partijprogramma te noe-
men. Spreker heeft het beginselprogramma van de Noordraad meegeno-
men en wil dat ter inzage geven aan een ieder die daar prijs op stelt.
Artikel 1 van het programma van de Noordraad luidt: „De Noodraad
eerbiedigt de christelijke levensmoraal. Nederland is een koninkrijk, ge-
regeerd door het Huis van Oranje." Zijn partij is geen christelijke partij
maar erkent de christelijke levensmoraal. Hier zit dus de nuance in waar
de heer Verkouw misschien naar zoekt.
Er is gezegd, dat spreker beter gedaan zou hebben met zijn zetel prijs
te geven. Uiteraard heeft spreker zich daar lang over bezonnen. Hij heeft
in zijn enige maanden geleden afgelegde verklaring gezegd, dat hij ge-
meend heeft dat niet te moeten doen. Spreker blijft daar bij. Als spreker
als lid van de raad zou bedanken, zou zijn opvolger de heer Van Oppen
zijn, die zijn lidmaatschap van de Boerenpartij eveneens heeft opgezegd.
De opvolger van de heer Van Oppen is weer een echte boer. Maar nu komt
sprekers christelijke levensopvatting naar boven. Hij wil deze opvolger het
noviciaat besparen wat spreker deze twee maanden heeft meegemaakt.
Tenslotte wil spreker nog even inhaken op wat de heer Rutgers zei over
sprekers algemene verhandeling. Spreker grijpt niet uitsluitend terug op
het verleden. Hij heeft aangetoond in hoever het heden een gevolg is van
het verleden, terwijl de helft van zijn betoog wel degelijk bestaat uit iets
wat ons allemaal direct raakt, n.l. het dirigisme. Het is dus niet alleen het
verleden waartegen spreker zich afzet. Hij ziet wel degelijk dat het dirigis-