388 16 december 1966
Spreker meent te mogen zeggen dat men met deze begroting gerust kan
gaan slapen. Men moet nu niet denken dat spreker daarmee de woorden
herhaalt van wijlen minister Colijn toen de oorlog voor de deur stond. De
ramingen zijn aan de voorzichtige kant, er gebeuren geen bijzondere din-
gen, er wordt nauwlettend dag in dag uit op de gang van zaken toegezien
en spreker zal zorgen dat in de toekomst sneller over beter en meer ge-
specificeerd cijfermateriaal zal kunnen worden beschikt.
De heer Verkouw zegt gisteren de raad onderhanden te hebben genomen
d°or te zeggen dat de raad zich moet hoeden voor breedsprakigheid, maar
nu moet het college de raad niet in de verleiding brengen. Als er catego-
nsche vragen worden gesteld, zou spreker gaarne zien dat daarop een cate-
gonsch antwoord wordt gegeven. De heer Rücker moest zojuist vier keer
het woord voeren om de wethouder duidelijk te maken wat hij nu eigenlijk
bedoelde spreker dacht dat het allemaal vrij eenvoudig lag en nu
heeft spreker ook een vrij simpele vraag gesteld waarop hij geen duidelijk
antwoord heeft ontvangen, hoewel de raad dankbaar kan zijn voor de details
die de wethouder heeft gegeven. Het gaat echter over een zuiver financiële
kwestie.
De heer Verhoeven heeft gezegd dat de cijfers over 1967 nog erg labiel
zijn en dat burgemeester en wethouders het eigenlijk allemaal niet zo goed
weten. Spreker wil de heer Verhoeven er aan herinneren, dat de heer
Verhoeven tijdens zijn raadslidmaatschap altijd zei: „ramingen hoe dan ook
vallen altijd mee". Die zekerheid is er blijkbaar nu niet meer. De heer
Verhoeven zal echter moeten toegeven, dat deze begroting is opgemaakt
met de gegevens die voorhanden zijn en dat naar een zo juist mogeliike
rammg is gestreefd. Daarvan uitgaande constateert spreker, dat er een
winst op papier is van 90.000. Nu wordt er van deze zijde van de tafel
niet anders gezegd dan dat het veel verstandiger zou zijn hier niet van
winst te spreken, maar het bedrag daf overblijft aan te wenden voor een
onmiddellijke afschrijving op de kosten van de omschakeling op aardgas.
?ieo/n^'.°00--ka^ straks bliJ'ken f 45.000 te zijn, maar kan ook blijken
130.000 te zijn. Hoe dan ook, het getuigt van een gezond en goed financieel
beleid om deze hoge kosten, zoals de heer Van Ark ook heeft gesteld zo
snel mogelrjk af te schrijven. Daarom is spreker er alles aan gelegen dat de
raad vandaag eigenlijk zou besluiten die 90.000 niet als winst' te be-
stemmen en ook niet te reserveren voor toekomstige uitgaven De heer
Verhoeven heeft zelf toegegeven dat deze middelen vrij komen. Of men ze
nu wil aanwenden voor afschrijving of voor reservering, ze komen op tafel
bg£en- Sprekers standpunt is dus, en hij meent dat dit standpunt door
anderen wordt gedeeld, deze middelen onmiddellijk aan te wenden voor af-
schnjvmg op het object omschakeling op aardgas. Daar alleen gaat het over.
De heer Van Ark zegt in het antwoord van de heer Verhoeven dingen
te hebben beluisterd die hem rillingen hebben bezorgd. De heer Verhoeven
heeft n.l. gezegd, dat door de bedrijven een kasadministratie wordt ge-
tntale kosten van de omschakeling op aardgas pas kunnen
t^ch wpI a rekemngen binnen zijn. Dat zijn dingen die spreker
toch wel zwaar op het hart drukken. Spreker gelooft niet dat eerst alle
rekemngen bmnen moeten zijn om te weten hoeveel die kosten hebben be-
ra?e.n' Spreker dachi:, dat dat wel eerder kon worden bepaald. Spreker
îf °?repen te hebben dat de wethouder bezig is verbeteringen in de
wethoud^fanunkkeenbedrlJVen te brengen" Spr6ker h°°pt dat dit de
datM hPdr6kkinf de bestemminë" van de zgn. winst merkt spreker op,
b!J bednjven de begrotmg mmder belangrijk is dan de rekening Spreker
kMarleirrH°pVter bestemm!në' van de winst gaan spreken als de rekening
k aar ?et ramen van wmst op een begroting lijkt spreker al moeilijk,
dat kan °P een S^geven moment zo zijn, maar dan zou spreker in dit