16 december 1966
373
de brandweerkazerne. Ook daarvoor zijn de rente en afschrijving niet in
de staat L II opgenomen. Voor de bouw van een kleed- en restauratiegele-
genheid heeft de raad inmiddels een andere voorziening getroffen en de
verharding van het parkeerterrein aan de Sportparklaan is ook onlangs om
administratieve redenen afgevoerd. Blijft over, dat zeer uitdrukkelijk de
kapitaalslasten voor de restauratie van Meerzicht zijn gehandhaafd. Daaruit
zou men de conclusie kunnen trekken dat het college hieraan een zekere
prioriteit geeft.
De voorzitter wil de heer Verkouw, voordat de wethouder van financiën
hierop antwoordt, er op attent maken, dat de vraag anders luidt: In de
vraag wordt gesproken over in totaal vijf grote objecten en dan verder:
„Enkele leden vroegen of het niet mogelijk was de kosten van deze objecten,
althans bij benadering, op te geven. Behalve de hier genoemde objecten
wachten nog enz." Het gaat dus niet over „nog andere" objecten die op
stapel staan.
De heer Verkouw zegt te hebben bedoeld, alle objecten tezamen genomen
dus de vijf en de overige.
De voorzitter: „Dat was misschien uw bedoeling, maar wij hebben ons te
houden aan de vraag zoals zij in de afdelingsvergadering is ingediend."
De heer Verkouw: „We zullen er niet over twisten. Het is niet zo belang-
rijk."
Wethouder Corver antwoordt dat de heer Verkouw, uit het feit dat de
rente en aflossing voor de restauratie van Meerzicht op de staat L II
voorkomt, niet mag afleiden dat burgemeester en wethouders door aldus
te handelen aan de restauratie van Meerzicht een bijzondere prioriteit zou-
den verlenen. De post voor uitbreiding van het raadhuis is opzettelijk weer
afgevoerd. Het raadsbesluit tot restauratie van Meerzicht is bij gedepu-
teerde staten ter goedkeuring. Burgemeester en wethouders meenden dat
in een redelijk nabije toekomst een mogelijkheid van uitvoering van dit
werk zou bestaan.
PUNT 4.
De heer Kücker weet niet of het prematuur is bij de behandeling van deze
vraag al het woningbouwbeleid aan de orde te stellen. Er komen uiteraard
in dit verslag meerdere vragen voor die hiervoor een aanknopingspunt zou-
den kunnen bieden. Spreker heeft gisteren uit de betogen van de diverse
sprekers kunnen beiuisteren, dat er in Heemstede een vrij grote achterstand
bestaat in de woningbouw. Nu komt bij hem de vraag op, welke directe
oorzaken feitelijk ten grondslag liggen aan het ontstaan van deze achter-
stand. Spreker heeft, nog geen raadslid zijnde, de raadsverslagen met be-
langstelling gevolgd en wel eens gelezen dat op een vraag van de heer
Brandsma door het college moest worden geantwoord, dat er op bepaalde
momenten wel contingent voldoende was om woningwetwoningen te bou-
wen, maar dat door andere omstandigheden, die eigenlijk meer in het vlak
van het beleid van het gemeentebestuur lagen, de realisatie niet mogelijk
was.
In het antwoord op deze vraag leest spreker, dat o.m. verkoop van gronden
niet goed mogelijk is omdat enkele bestemmingsplannen nog niet zijn vast-
gesteld. Dit roept bij spreker de vraag op, welke bestemmingsplannen er
op dit moment nog niet zijn vastgesteld en in welke volgorde het coliege
voornemens is zodanige vaststelling alsnog binnen afzienbare tijd te reali-
seren. Vast staat dat binnen afzienbare tijd enkele grote bestemmingsplan-
nen aan de orde zullen komen en wellicht dan ook voor realisering in aan-
merking komen. Spreker denkt b.v. aan het bestemmingsplan voor de
Geleerdenbuurt. Voor zover spreker weet is dat een van de grootste na-
oorlogse plannen. Spreker vraagt of het coilege niet eens zou willen over-