16 december 1966
411
ook van oordeel dat het roken niet bevorderd dient te worden, maar daar
gaat het hier helemaal niet om. Het argument dat wanneer er automaten
zijn er dan meer sigaretten zullen worden gerookt, gelooft spreker niet.
Iemand die een sigaret rookt doet dat voor eigen verantwoording. Hij
koopt tôch sigaretten automatisch of niet. Wat gebeurt er als iemand
zonder sigaretten zit Dan gaat hij naar de naburige gemeente of hij gaat
naar een winkel waar hij achterom sigaretten kan krijgen. De winkeliers
stellen, tenminste zo heeft spreker het begrepen, dat zij onderling in een
concurrentiestrijd zouden komen te liggen, omdat de een wel een automaat
kan betalen en de ander niet. Dat zou kunnen zijn, maar spreker is van me-
ning dat, wanneer hier geen automaten zijn en in de naburige gemeente
Haarlem wel, dit in zijn totaliteit de sigarenhandel in Heemstede schaadt.
Men gaat wanneer men op zondag of des avonds zonder sigaretten zit,
deze in Haarlem kopen. Het zou kunnen zijn dat de organisatie dit dan
onderling moet oplossen. Spreker weet niet of er geen afbetalingscontracten
met automatenfabrieken kunnen worden gesloten want die mensen willen
deze dingen ook heel graag plaatsen, zodat de kleine winkelier^ ook in
de gelegenheid is een automaat te kopen.
Mevr. Cohen sluit zich aan bij het betoog van de heer Willemse. Het ar-
gument dat de voorzitter gebruikt, van de kleine sigarenhandelaar die
geen automaat kan betalen, kan spreekster wel aanvoelen maar dat moet
men niet willen regelen via de politieverordening. Dat is spreeksters be-
zwaar. Anderzijds wil spreekster natuurlijk voor geen geld van de wereld
het roken van sigaretten bevorderen maar spreekster vindt het zo ontzet-
tend klein en hypocriet om te trachten op deze manier het roken van siga-
retten tegen te gaan, dat zij er daarom niet voor voelt. In Engeland doet
men het anders. Daar praat men met de sigarettenfabrikanten over de wijze
van adverteren. De advertenties in de t.v.-reclame die we straks krijgen, zijn
de gevaarlijke dingen, maar niet de sigarettenautomaten.
Wethouder mevr. Van der Meulen zou het laatste wat mevr. Cohen heeft
gezegd heel sterk willen onderschrijven. Door het plaatsen van sigaretten-
automaten maakt men de verleiding voor jongeren om te roken ontzettend
groot. Alleen daarom al vindt spreekster sigarettenautomaten zeer beslist
een gevaar voor de jongeren.
Mevr. Gaasterland vindt de argumenten van het college zo steekhoudend
dat zij zich daarom aan de visie van burgemeester en wethouders houdt.
De voorzitter meen te mogen aannemen dat de raad in grote meerder-
heid bereid is het voorstel van burgemeester en wethouders te volgen.
De heer De Ruiter vraagt of er geen aanleiding is eerst bij een eventuele
aanvraag tot het plaatsen van een automaat van de zijde van een bedrijf,
deze zaak in overweging te nemen zodat de raad zich nu niet op een be-
paald standpunt voor de toekomende zoveel jaren behoeft vast te leggen.
Spreker zou dat graag willen voorstellen.
De heer Bomans vraagt wat de overwegingen in andere steden zijn ge-
weest om sigarettenautomaten toe te laten.
De voorzitter weet niet welke motieven daartoe indertijd hebben geleid.
Spreker vindt niet dat automaten in deze gemeente noodzakelijk zijn.
De heer Van der Hulst zegt een fervent niet-roker te zijn maar hij ziet het
toch als een groot ongemak dat er geen automaten zijn omdat het juist
hem als niet-roker nogal eens een keer overkomt dat hij helemaal geen si-
garetten in huis heeft. Dan belt spreker aan bij een winkelier met de vraag
hem te helpen. Spreker vindt dat bijzonder vervelend. Hij zou toch wel graag
voor zijn gasten een pakje sigaretten uit de automaat willen trekken.