16 december 1966
417
in de vrije sector een goed hart toedraagt. Spreker heeft er nooit bezwaar
tegen gemaakt en hij heeft het gisteren ook gepropageerd, dat ook woning-
wetwoningen worden gebouwd. Hij ziet graag dat het debat met wat fel-
heid en jeuigheid wordt gevoerd, maar dan moeten de aangevoerde ar-
gumenten wel juist zijn.
Mevr. Cohen zegt dat de heer de Ruiter heeft gezegd dat zijn fractie een
systematische benadering van het gehele woningbouwvraagstuk wil.
Spreekster attendeert er op dat haar oud fractiegenoot, de heer Brandsma,
van wie zij niet alleen de harde stem maar ook zijn geweldige kennis en
ervaring bijzonder mist, in de afgelopen jaren ontzettend veel in het werk
heeft gesteld om juist die systematische benadering gedaan te krijgen.
Spreekster wil daarvoor herinneren aan de nota woningbouw en woning-
tekort, de nota betreffende de woningbouw en de uitbreidingsplannen en
het onderzoek naar de woningbehoefte, die allemaal dank zij zijn initiatief
tot stand zijn gekomen. Zij meent dat dit de richting is die de heer de Ruiter
ook bedoelt, waardoor reëele en objectieve geg'evens kunnen worden ver-
kregen om van daaruit te proberen uit die ellendige woningnood te geraken.
Spreekster wil alleen maar zeggen dat, wat haar fractie betreft, daar al
uitgebreid aandacht aan is besteed.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat het niet op de weg van het college
ligt deze zaak politiek te bezien, als hier op zichzelf al eenpolitiekezijdeaan
zit. Alle partijen in de raad zijn er van overtuigd dat zoveel mogelijk wo-
ningen moeten worden gebouwd. Er kan verschil van inzicht bestaan over de
vraag welke soort woningen gebouwd moet worden, gezien vanuit de ge-
zichtshoek aan welke soort woningen het meest behoefte bestaat. Spreker
gelooft dat niemand alleen voor één bepaalde groep inwoners woningen wil
bouwen maar altijd zodanige woningen dat het gehele woningbouwbeleid
daarmede het beste gediend is. Spreker heeft daarover al iets gezegd; hij
zal het daarom niet herhalen. Men moet deze zaak niet in het politieke vlak
trekken omdat één ieder hier de juiste weg zoekt. Dat hierbij systematisch
en doeltreffend moet worden gedacht is logisch; dat zullen we met elkaar
moeten blijven doen.
Spreker gaat er van uit dat twee meer weten dan één. Hij volgt over deze
materie alle debatten in de Kamer. Hij ziet daar precies dezelfde verwarring
als hier ook wel eens heerst. Zelden of nooit heeft spreker hier een be-
paalde mening gehoord die hij volledig kon delen. De steen der wijzen heeft
spreker nog niet gevonden. De ene fractie haalt dit facet er uit, de andere
dat facet. Men zegt, daar moeten we aan denken en aan dat soort huizen
moeten we ook denken en dät mag niet in de verdrukking komen, kortom
het is een zaak die altijd in beweging is. Als dan in tijden waarin politiek
moet worden gevoerd voor de grote massa, eens een naam wordt genoemd
die in dit geval dan met ere wordt genoemd, dan vindt spreker dat zo erg
niet. Er zijn velen in deze zaal en daarbuiten die aan het werk van de Stich-
ting tot Bevordering van de Woningbouw veel tijd besteed hebben, maar dat
is op zichzelf geen verdienste, omdat eigenlijk iedereen die burgerzin heeft
zich in deze zaak inwerkt en nagaat wat hier de beste weg is. Het college
streeft er naar, los van elke politiek, de beste oplossing te vinden om uit
de ellende van de woningnood te komen.
Spreker dacht dat mevr. Cohen nog teveel de luide stem van de heer
Brandsma hoort waardoor ze misschien niet al zijn woorden heeft verstaan,
want de heer Brandsma heeft niet alléén de nota's over de woningbouw te-
weeg gebracht. Hij heeft er aan meegewerkt en uit zijn zeer deskundige
opmerkingen zijn ook wel initiatieven voortgekomen, maar die leefden er
ook al, al of niet uitgesproken, in het college. Spreker gelooft dat men bij
al deze zaken moet oppassen niet naar zich toe te halen wat er aan goeds
uit is voortgekomen en een ander toe te schuiven wat minder goed is gelukt.