16 december 1966
419
gemeente ook heel wat aan de hand. Spreker heeft gisteren al genoemd de
huurflats op de hoek van de Blekersvaartweg, het plan Nijhan, de flat in
het centrumplan, waaraan spreker wil toevoegen de nieuwbouw van de Raif-
feisenbank en ook van andere banken, waarbij huurwoningen zijn ingecal-
culeerd, waarvoor het gemeentebestuur concessies heeft gedaan met be-
trekking tot de bouwverordening hij denkt aan de middenkeuken wat
eigenlijk niet helemaal kan het plan voor het bouwen van een garage met
bovenwoningen aan de Lanckhorstlaan en aan de industriegebouwen met
bovenwoningen op het industrieterrein. Burgemeester en wethouders be-
vorderen dus die vrije bouw waar dat maar mogelijk is. Natuurlijk bevorde-
ren burgemeester en wethouders ook, in de eerste plaats want dat is een
gemeentetaak, de gesubsidieerde bouw, hetzij via een vereniging of stich-
ting.
Spreker heeft mevr. Gaasterland minder goed begrepen. Een bestem-
mingsplan komt tot stand in overleg met allerlei deskundigen. Spreker weet
niet welke deskundigen mevr. Gaasterland nog meer wil inschakelen. De
stedebouwkundige is natuurlijk deskundig. Misschien bedoelt mevr. Gaas-
terland dat er meer overleg moet plaats vinden met architecten. Daar is wel
eens aan gedacht en spreker vindt het wel een goede gedachte. De archi-
tecten zullen straks moeten gaan effectueren wat de stedebouwkundige
heeft uitgelijnd. Het kan best zijn dat er wat meer samenspel moet zijn tus-
sen diegenen die reëel moeten bouwen en degene die ontwerpt. Spreker is
bereid wanneer dit nodig zou zijn, een speciale deskundige voor spe-
ciale vraagstukken in te schakelen. Laat de raad die maar noemen en zijn
wensen uiten. Spreker meent dat men nooit teveel voorgelicht kan zijn,
al zal men misschien weer een boel moeten laten vallen omdat het niet prak-
tisch is of niet bruikbaar of niet haalbaar. Dat is een kwestie van eigen
oordeel en het beoordelen van een deskundig oordeel. Spreker staat gaame
open voor suggesties.
PUNT 48
De heer Van der Hulst zegt, gisteren onverwachts een medestander ge-
vonden te hebben in de heer Rutgers die in zijn algemene beschouwing heeft
gesproken over een congres in Rotterdam waar de juistheid van het bou-
wen van veel flats in twijfel is getrokken. Burgemeester en wethouders
schrijven in hun antwoord dat zij het onjuist achten bestemmingsplannen
voortdurend aan de marktsituatie aan te passen. Daar hebben burgemeester
en wethouders gelijk in. Spreker vraagt ook niet een voortdurende aan-
passing. Wethouder Van Wijk heeft gisteren echter gezegd, dat de wet op
de ruimtelijke ordening de mogelijkheid schept om zonder een herhaling
van de gehele procedure, hier en daar een incidentele wijziging in zo'n be-
stemmingsplan aan te brengen. Als echter al gedurende enkele jaren blijkt
dat een bepaalde tendens, zoals het moeilijk verhuren of verkopen van
duurdere flats, zich voortzet, dan is het volgens spreker juist, de nog te
maken plannen en de plannen waarvan de uitvoering nog zo ver weg is dat
bij wijziging niet gevreesd behoeft te worden dat vertraging in de reali-
sering van het plan zal ontstaan, aan te passen. Het gaat bij het woning-
bouwbeleid primair om de nood in eigen plaats en directe omgeving te le-
nigen. De bouwers zullen de flats waarschijnlijk wêl kunnen verkopen of
verhuren aan mensen van buiten de gemeente maar dat betekent nog niet
het voeren van een juist bouwbeleid. Over het moeilijk verkopen of verhuren
van flats heeft spreker een tweetal publicaties gelezen. Hij heeft er één
aan de wethouder ter inzage gegeven. Dat dit bezwaar zich ook bij een-
gezinshuizen zou voordoen, zoals de wethouder in zijn antwoord zegt, kan
spreker maar ten dele onderschrijven. Spreker heeft daar wat inlichtingen
over ingewonnen. De algemene mening is wel dat de moeilijkheden bij
flats spreker denkt dan aan nieuwbouw, dat moet hij er wel steeds bij
zeggen veel en veel groter zijn dan bij de duurdere eengezinswoningen.