16 december 1966
433
reeds aan het rljk te vragen of er principiële bereidheid bestaat een voor-
schot te geven op de kosten van herstel in een geval als dit, n.l. constructie-
fouten bij de bouw. Daar zijn natuurlijk precedenten van. Zou het ant-
woord afwijzend luiden, dan zou het college zich nu reeds kunnen gaan be-
raden over andere financieringsmogelijkheden. Hier zit veel aan vast.
Spreekster denkt b.v. aan de kwestie of de financiering ook automatisch
een huurverhoging zal betekenen, een punt waar haar fractie dan graag
het nodige over zou willen zeggen. De bedoeling van haar vraag was, of het
nu al geen hoog tijd wordt zich te beraden over de financiële aspecten van
deze zaak en of het niet mogelijk is nu al in principe een vraag om een
voorschot tot het rijk te richten.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat zijn speciale zorg in deze niet in de
eerste plaats van financiële aard is maar om eindelijk klaarheid te krijgen
in wat er met betrekking tot deze woningen moet gaan gebeuren. Daarvoor
is een grote commissie ingesteld. Het instellen van een commissie is echt
Nederlands maar men kan niet zonder. Professor Anema zei altijd: ,,een
commissie is een fatsoenlijke begrafenis van elk probleem". Dat is natuurlijk
weer een beetje te sterk gezegd, maar het kan natuurlijk wel zijn dat ge-
dacht wordt, laten we maar een commissie benoemen dan zijn we er voor-
lopig af. Dat is hier niet gebeurd. Er is uit de grote commissie een werk-
commissie gevormd die inmiddels voortvarend tewerk is gegaan. Het ont-
werp-plan van de architect is nu bijna klaar en dan zal er 3 4 ton op
tafel moeten komen. Spreker kijkt dan naar zijn linkerbuurman en vraagt
hem wanneer hij dat bedrag kan krijgen. Spreker meent dat sterk gepro-
beerd moet worden dat het rijk in deze kosten bijdraagt omdat het woning-
wetwoningen zijn.
Wethouder Corver wil graag met de wethouder van openbare werken alle
moeite doen bij volkshuisvesting en ruimtelijke ordening hiervoor gelden
los te krijgen, maar dan zal er natuurlijk eerst een concreet plan op tafel
moeten liggen met een uiteenzetting hoe de moeilijkheden zijn ontstaan en
hoe die weer opgelost kunnen worden, omdat men in Den Haag natuurlijk
niet ingaat op zo maar een losse mededeling dat deze woningen nodig
hersteld moeten worden en daf daarvoor veel geld nodig is. Dat plan is er
nog niet. Zodra het er is zal met het ministerie contact worden opgenomen.
Wethouder Van Wijk: ,,Het plan is er bijna".
Mevr. Cohen weet dat het niet zo ontzettend lang meer zal duren voordat
het plan klaar is. Zij vindt echter dat (iaar niet op gewacht behoeft te wor-
den alvorens tot het rijk een aanvrage om een bijdrage in de kosten kan
worden gericht. Zij begrijpt best dat natuurlijk in de meeste gevallen een
afgerond plan met begroting moet worden ingediend, maar dergelijke
werken zijn toch wel meer voorgekomen zodat het mogelijk moet zijn een
principiële toezegging van het rijk te krijgen, in de geest van in dit geval
geven wij een voorschot en in dat geval geven wij het niet. Dan kan er
tenminste worden opgeschoten.
Wethouder Van Wijk: „Misschien kunnen we bij voorbaat vragen: als we
met een plan komen hoelang duurt het dan. Dat lijkt mij een goede sugges-
tie.
PUNT 60
Volgno. 05.150. Premies ingevolge de Premieregeling woningverbetering en
-splitsing.
De heer Kuiper zegt dat de voorzitter bij het afscheid van de oude raad
er zijn teleurstelling over heeft uitgesproken dat er in de afgelopen 4 jaar
nog geen oplossing was bereikt ten aanzien van het huisvestingsprobleem.