442 16 december 1966 hebben. Intussen wil spreker zeggen, dat hij beroepshalve met alle wetten te maken heeft, maar dat hij de bijstandswet een heel moeilijke maar ook bijzonder vage wet vindt, waarvan spreker het bijzonder op prijs zou stellen er iets meer van te weten. We hebben duizend geschriften en boekjes ge- kregen maar die worden toch nooit gelezen. Men moet in de praktijk met deze wet te maken hebben gehad wil men er ooit iets van begrijpen. Spre- ker kan dan ook de wens van een aantal burgers om er iets meer van te weten, wel begrijpen, want uit geschriften komen zij er nooit achter. Spre- ker neemt graag aan dat mevrouw Van der Meulen dat helemaal niet nodig heeft en dat zij dus verreweg het beste vindt wat in Haarlem aan dit werk wordt gedaan. Maar daar gaat het mevrouw Cohen niet om. Het gaat er haar om dat er in Heemstede zelf een adviescommissie zou moeten zijn met vertegenwoordigers uit de eigen burgerij, die contact heeft met de uitvoer- ders van de bijstandswet. Spreker gelooft dat de leden van de commissie voor sociale zaken er ook geen barst van begrijpen, anders zouden zij wel gereageerd hebben. Spreker wil mevrouw Cohen heel voorzichtig steunen, waarmee hij niet zeggen wil dat hij bij een stemming aan haar kant zou staan, in haar streven om uit te zoeken of de instelling van een advies- commisie zin heeft, welke mensen daarin zitting kunnen krijgen en derge- lijke vraagpunten. Spreker heeft daar nog niet genoeg inzicht in. Hij heeft wel eens gehoord, dat een commissie een stel onwilligen is, benoemd door een stel ondeskundigen om onnodig werk te verrichten. In zoverre is spre- ker wel weer op de hand van mevrouw Van der Meulen. Spreker vindt: a. dat Heemstede behoort bij de 100 grootste gemeenten en b. dat men van de bijstandswet nooit iets zal begrijpen als men niet op een of andere wijze er zelf iets mee te maken heeft. Spreker heeft erg veel achtlng voor me- vrouw Van der Meulen en ze zal het vast wel goed doen, maar hij kan zich best indenken dat er in Heemstede mensen zijn die er ook wel iets van willen begrijpen. De voorzitter lijkt het juist wat de heer Rutgers zegt, n.l., dat men met deze materie niet helemaal op de hoogte is. Hierover zou een schriftuur ge- produceerd kunnen worden waarin de standpunten van mevrouw Van der Meulen en mevrouw Cohen in het kort worden uiteengezet en verklaard, waardoor de zaak waar het om gaat de raad duidelijker zal zijn dan nu het geval is. De heer Van der Hulst zegt dat er zo weinig gereageeerd wordt door de leden, misschien vroegere leden, van de commissie voor sociale zaken, om- dat dit probleem al eens aan de orde is geweest. Ook in de commissie is behoorlijk over deze zaak van gedachten gewisseld. Spreker heeft toen een bepaald standpunt ingenomen en dat is in de raad al eens ter sprake ge- weest. Hij ziet voorlopig geen aanleiding daarin iets te wijzigen. Vandaar zo weinig adhaesie van zijn kant. De voorzitter zegt dat de beide standpunten uiteraard in de notulen zijn na te lezen. PUNT 76 Mevrouw Gaasterland zegt dat burgemeester en wethouders op deze vraag antwoorden dat zij er nog niet zeker van zijn of een dienstencentrum in een wezenlijke behoefte zou voorzien en dat zij bereid zijn hiernaar een onderzoek te doen instellen. Spreekster wijst er op, dat de Oecumenische Raad van kerken niet lang geleden gedecentraliseerd is in wijkraden, om- vattende de gemeente Haarlem en de omliggende gemeenten. Zo is er ook een wijkraad voor de gemeente Heemstede. Eén van de initiatieven van deze wijkraad is, om in studie te nemen of er in Heemstede behoefte bestaat aan het verlenen van klelne diensten aan bejaarden en alleenstaanden. Indien de uitslag van het onderzoek van burgemeester en wethouders

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 72