26 januari 1967
11
De voorzitter wijst er op dat borden vaak bij een bepaalde hoek of bij
een bepaalde situatie behoren en dan kan men daarvoor niet een lichtmast
benutten die een eindje verderop staat.
Wethouder van Wijk zegt dat de onderlinge afstand en de hoogte van de
borden in de rijksregeling precies zijn voorgeschreven. Er zouden mis-
schien wel een paar palen uitgespaard kunnen worden, maar als men de
borden boven elkaar gaat plaatsen zitten ongetwijfeld sommige borden te
hoog en dan krijgt men bij ongevallen natuurlijk allerlei juridische kwes-
ties op te lossen, zoals b.v. dat een bord niet goed stond, te hoog stond, of
dat men het niet kon zien. Spreker gelooft dat het beste is zich precies te
houden aan wat is voorgeschreven. Hij is het met de voorzitter eens dat
met de plaatsing van de borden direct moet worden begonnen. Bij aan-
neming van dit voorstel weet de raad dus dat er nog een staartvoorstel
komt van ongeveer gelijke orde.
De heer Enschedé is het er mee eens dat de plaatsing van de borden
vooral niet te lang moet worden uitgesteld. Die borden moeten er toch
komen en dan heeft het geen enkele zin lang met de plaatsing daarvan te
wachten. Het lijkt wel een groot bedrag, maar spreker gelooft dat de schrik
meer moet zitten in het aantal palen en borden dat geplaatst moet worden
dan in de prijs per bord, want f 41,voor het graven van een gat, de prijs
van een betonnen voeting, een ijzeren paal en een bord en het plaatsen
daarvan is helemaal niet zo'n gekke prijs. Spreker heeft dan ook geen
enkel bezwaar.
De voorzitter: ,,Het aantal borden is precies uitgedokterd en is beslist
nodig."
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
De voorzitter deelt mede dat later dan nog een staartvoorstel zal worden
ingediend.
XII. SCHOOLTANDVERZORGING.
Het voorstel'met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
10. Schooltandverzorging.
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de volksgezondheid zich
hiermede kan verenigen.
De heer Van Berckel zegt dat wordt voorgesteld de ouders van kinderen
die meedoen aan de schooltandverzorging, een gulden meer te laten be-
talen. Spreker kan namens zijn fractie zeggen dat zij het daarmee eens is.
Spreker zou die goedkeuring nog nader willen toelichten. Spreker heeft
hiervoor het verslag van de commissie van toezicht op de schooltand-
artsendienst, waar mevrouw Van der Meulen voorzitter van is, gelezen, om
te zien wat deze dienst gedaan heeft. Hij is tot de conclusie gekomen dat
het hier om een belangrijke dienst gaat, die veel doet aan onderricht en
voorlichting van de kinderen op het gebied van de tandverzorging o.a. door
uitreiking van tandenborstels en tandpasta, terwijl de assistente in de
laagste klassen onderricht in gebitsverzorging heeft gegeven. Voorts heeft
de schooltandarts in 175 werkochtenden de kinderen van de laagste klas-
sen behandeld en zijn er onderzoeken verricht. Gezien de diensten die aan
de kinderen worden verleend, meent spreker, dat een verhoging van de
vergoeding met een gulden wel verantwoord is, temeer omdat de gemeente
nog f 10.000,op deze dienst toelegt.
Spreker wil nog opmerken dat hij dit verslag indertijd niet bij de raads-