2 26 januari 1967 Het verzoek is ingekomen op 22 december 1966 en was gericht aan het college van burgemeester en wethouders. Deze zaak behoort echter tot de competentie van de burgemeester. De brief luidt: „Ter aanbeveling van de kandidaten van de P.v.d.A. voor de a.s. Tweede kamerverkiezing verzoe- ken wij u ons vergunning te verlenen om op 8 februari 1967 met 4 geluids- wagens door uw gemeente te mogen rijden en zo nodig op uw aanwijzing op bepaalde plaatsen te stoppen. De aanbeveling, die van korte duur zal zijn, zal met muziek worden omlijst. Wij verzoeken u, indien u ons de ge- vraagde toestemming kunt verlenen, deze rechtstreeks te zenden naar het landelijk secretariaat Tesselschadestraat 31, Amsterdam. De verschuldigde legeskosten zullen direct na ontvangst aan uw ontvanger per giro worden overgemaakt. Voor het geval u nadere inlichtingen wenst, kunt u zich tot ons secre- tariaat wenden. U dankend voor uw medewerking, hoogachtend, E. Mees- ter, algemeen secretaris-penningmeester." Spreker heeft daarop als volgt geantwoord d.d. 23 december 1967: ,,Naar aanleiding van uw brief van bovenvermelde datum bericht ik u dat in deze gemeente voor het maken van verkiezingspropaganda door middel van een geluidswagen nimmer ontheffing van de betreffende bepaling der A.P.V. wordt verleend. Op uw verzoek heb ik dan ook afwijzend beschikt." Daarna is nog een verzoek ingekomen van de P.v.d.A. afd. Heemstede, gedateerd 5 januari 1967, luidende: „Het bestuur van de afdeling Heemstede van de Partij van de Arbeid vraagt uw geacht college toestemming om op woensdagmiddag 8 februari 1967 tussen 2 en 5 uur anderhalf uur lang met een geluidswagen door de gemeente Heemstede te rijden om bekend te maken dat drs. J. M. den Uijl die avond om 20 uur spreekt op een openbare vergadering in het Gemeente- lijk Concertgebouw in Haarlem." Spreker heeft daarop d.d. 9 januari 1967 als volgt geantwoord: „Naar aanleiding van uw bovenaangehaalde brief deel ik u nogmaals mede, dat in deze gemeente voor het gebruik van een geluidswagen slechts vergunning wordt verleend indien deze wagen wordt gebezigd voor een aktie waarbij een liefdadig doel wordt nagestreefd. Op uw verzoek heb ik dan ook afwijzend beschikt." Er geldt dus een algemeen verbod, maar in bijzondere gevallen kan daarvan door de burgemeester ontheffing worden verleend. Tot nu toe is alleen ontheffing verleend wanneer het een liefdadig doel betrof. Deze regel is al 17 jaar zo toegepast en ook volkomen aanvaard door de ver- schillende politieke partijen. Nu doet zich het geval voor, dat in de hierover in de pers verschenen publicaties de indruk wordt gewekt alsof de weigering van de gevraagde vergunning speciaal een tegen de P.v.d.A. gerichte maatregel zou zijn. Buitendien, en dat is het ergerlijke, komen in de krantenartikelen bepaalde zinsneden voor die volkomen bezijden de waarheid zijn. Het betreffende bericht in Haarlems Dagblad van 23 januari tendeert in zijn opmaak al in de richting die spreker zojuist signaleerde. Het bericht luidt: „Verkiezingspropaganda op de Grote Markt; Heemstede niet. Overigens zal de verkiezingskaravaan op zijn tocht naar Haarlem niet door Heemstede trekken maar via Hoofddorp en de Schipholweg. De burgemeester van Heemstede, mr. A. G. A. van Rappard, heeft n.l. op de aanvraag om ver- "unning meegedeeld, dat in zijn gemeente voor het gebruik van een ge- luidswagen slechts vergunning wordt verleend als deze wagen wordt gebe- zigd voor een actie, waarbij een liefdadig doel wordt nagestreefd. Bij door- tocht door Heemstede zouden bovendien de propagandaleuzen op de wagens moeten worden verwijderd." Spreker kan niet begrijpen dat een gerenommeerd blad als het Haarlems Dagblad, zulk een bericht in zijn kolommen opneemt zonder te voren na te gaan of het bericht juist is. Het bericht is uitermate tendentieus omdat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 2