26 januari 1967
3
het veronderstelt dat de burgemeester van Heemstede de P.v.d.A. in deze
zou hebben willen duperen. Het is tot nu toe altijd gebruikelijk geweest dat
voor politieke demonstraties met geluidswagens in deze gemeente geen
toestemming wordt verleend. In de loop van de 17 jaren dat spreker in
deze gemeente burgemeester is, is aan verschillende politieke partijen de
toestemming daarvoor geweigerd. Spreker meende goed te doen deze ver-
klaring af te leggen vöôrdat de vergadering begint omdat over deze zaak
eventueel vragen zouden kunnen worden gesteld. Temeer meent hij dit te
hebben moeten doen, omdat andere bladen hebben ingehaakt op het bericht
dat spreker zojuist heeft voorgelezen en waarin was opgenomen dat de
propagandaleuzen van de wagens zouden moeten worden verwijderd. Nog-
maals, spreker vindt deze berichtgeving zeer laakbaar.
De heer Verkouw kan zich levendig voorstellen dat de burgemeester er
behoefte aan heeft gevoeld aan het begin van deze vergadering een ver-
klaring af te leggen naar aanleiding van berichten die in de pers zijn ver-
schenen, in verband met zijn beslissing op het verzoek van het partijbestuur
van de P.v.d.A., om met de verkiezingspropaganda-karavaan van die partij
met geluidswagens, weliswaar zonder kamelen maar op twee wielen, ook
Heemstede te mogen aandoen. Het is nu wel volkomen duidelijk geworden
dat de burgemeester er op zichzelf geen bezwaar tegen zou hebben gehad
wanneer die stoet zonder gebruikmaking van de geluidswagens ook door
Heemstede zou zijn getrokken.
De voorzitter: ,,Met leuzen".
De heer Verkouw neemt aan dat de burgemeester daar ook geen bezwaar
tegen zou hebben gemaakt. Spreker neemt ook aan, dat is trouwens in het
geheel niet bij hem opgekomen, dat het besluit niet aldus is uitgevallen
omdat het de P.v.d.A. gold. Spreker zou er nog het volgende over willen
zeggen. De burgemeester baseert zijn besluit op het feit, dat hij in de 17
jaar dat hij in deze gemeente burgemeester is, zich steeds op het standpunt
heeft gesteld, dat alleen vergunning wordt verleend om met geluidswagens
door de gemeente te trekken wanneer daarmede een liefdadig doel wordt
gepropageerd. De burgemeester heeft natuurlijk geredeneerd: gelijke mon-
niken gelijke kappen. AIs hij het verzoek had toegestaan hadden anderen,
wellicht terecht, gezegd: ,,hé, is dat mogelijk? wij hebben het in het ver-
leden ook gevraagd en toen is de vergunning geweigerd en nu wordt het de
P.v.d.A. plotseling toegestaan". Los van wat de pers over dit onderwerp
heeft geschreven en daar gaat het nu om betreurt spreker het toch
wel dat de burgemeester in dit geval niet van zijn bevoegdheid, die hij op
grond van de politieverordening heeft, om vergunning te verlenen, gebruik
heeft gemaakt, want de weigering daarvan is volkomen vreemd aan deze
tijd. Het is toch bekend dat de meeste politieke partijen er op uit zijn het
contact tussen kiezer en gekozene, dat vooral de laatste jaren verloren is
geraakt, te herstellen, ten einde de democratie op een normale wijze te
doen functioneren. Voor zover spreker bekend, is alleen in Heemstede
en naar spreker gelooft in enkele andere gemeenten, maar dan op andere
gronden de gevraagde toestemming door de burgemeester geweigerd.
Spreker meent niet alleen namens zijn fractie maar ook namens een groot
deel van de raad te spreken als hij daarover zijn teleurstelling uitspreekt.
Sprekers fractie tast de bevoegdheid van de burgemeester in deze niet aan,
maar zij vindt diens beslissing niet gelukkig. Niet gelukkig, omdat zijn
fractie deze beslissing niet los kan maken van andere beslissingen die de
laatste tijd door de burgemeester zijn genomen. Spreker wil daar nu niet
op terugkomen, maar zich tot deze beslissing bepalen. Hij vindt de genomen
beslissing misplaatst en niet gelukkig. Zijn fractie vraagt zich ernstig af of
de tijd niet gekomen is dat de politieverordening op enkele punten wordt
herzien, een vraag die spreker graag aan het college voorlegt en die, voor
wat zijn fractie betreft, in bevestigende zin beantwoord zal worden.