4
26 januari 1967
Mevr. Vriesendorp zegt, dat toen zij het bedoelde bericht in de krant las,
zij de gang van zaken zeer vreemd vond. Daarom is spreekster blij dat de
burgemeester heeft uiteengezet wat hij precies heeft gezegd. Ook spreek-
ster betreurt het dat nog al eens tendentieuze berichten worden gepubli-
ceerd. Dat geluidswagens in de gemeente verboden zijn en dat daarvoor in
de laatste 17 jaren geen vergunning is gegeven, is natuurlijk waar, maar
spreekster is het met de heer Verkouw eens dat de tijden erg zijn veran-
derd en dat er op het ogenblik wel degelijk de behoefte bestaat de kiezers
meer bewust mee te laten denken en bij de politiek te betrekken, en politiek
gaat uiteindelijk iedereen aan. Spreekster zou de burgemeester daarom
willen verzoeken te bezien of er een mogelijkheid is de politieverordening
op dit punt te wijzigen. Zij gelooft niet dat gezegd moet worden, dat het
altijd al zo is geweest dus het moet zo blijven. Zij hoopt dat de burge-
meester deze zaak serieus zal bekijken.
De heer Willemse wil het verzoek, gedaan door de heer Verkouw en mevr.
Vriesendorp, ondersteunen. Spreker kan de beslissing van de burgemees-
ter volkomen begrijpen want de politieverordening luidt nu eenmaal zo.
Spreker meent in een landelijk dagblad een bericht over deze zaak te
hebben gelezen waarin het tendentieuze gedeelte niet voorkwam maar
waarin stond vermeld, dat de burgemeester zou hebben gezegd: „dat hij het
zich zou kunnen indenken dat het nu misschien het moment was te over-
wegen, of dit punt in de politieverordening nog niet eens nader zou moeten
worden bezien." Het was iets in die geest. Spreker zou dus ook wel de vraag
willen ondersteunen om te bezien of de politieverordening met betrekking
tot dit punt aan de modernere opvattingen kan worden aangepast.
De heer Enschedé meent, dat hij, na hetgeen hierover al gezegd is, daar-
aan weinig meer behceft toe te voegen. Spreker is blij dat de burgemeester
deze verklaring heeft afgelegd, want als er tendentieuze berichten in de
krant staan is het goed dat die duidelijk worden weerlegd.
Spreker meent dat de raad er altijd voor open staat dat, als de geest van
de tijd verandert, verordeningen daaraan worden aangepast. Dat geldt niet
alleen voor de politieverordening. Men zal zich misschien herinneren dat
spreker ook wel eens over een herziening van de bouw- en woningverorde-
ning heeft gesproken. Om juist nu de politieverordening te wijzigen lijkt
hem niet opportuun.
De heer Bomans merkt op dat hij de gehele politieverordening eigenlijk
rijp vindt om op de helling te worden gezet. Er staan n.l. dingen in die
hem werkelijk benauwen. Als de politie de verordening naar de letter toe-
past is er eigenlijk niets meer mogelijk. Er staat zelfs in, dat het verboden
is tegen een brugleuning te leunen. Dat gaat spreker te ver.
De voorzitter: ,,Het ligt er aan of de brugleuning sterk genoeg is!"
De heer Bomans vindt dat dat er dan bij vermeld moet worden. Spreker
wijst er op dat het volgens artikel 127 verboden is een optocht of demon-
stratie te houden. Spreker vindt dat men, zeker in de verkiezingstijd, een
zekere vrijheid moet hebben die anders in de gemeente niet geoorloofd is.
Als spreker, bij wijze van spreken, met 20 honden door het dorp wil gaan
lopen die getooid zijn met een dekkleed met de tekst „Stemt Noodraad" dan
moet hij daar z.i. het recht toe hebben en dat recht wordt hem nu ontzegd.
Spreker is van oordeel dat er op dit gebied in Heemstede te weinig mogelijk
is. Hij vindt dat de raad zich bewust moet zijn dat de tijden veranderen,
„tempora mutantur", zeker nu zeer veel hoogleraren zich hebben uitgespro-
ken voor een vrijere interpretatie van het recht van demonstratie. Spreker
meent dat voor het rondgaan met een geluidswagen en misschien een op-
tocht, een vorm van demonstratie, zeker in de verkiezingstijd alle gelegen-
heid moet worden gegeven.